inviter quelqu'un

Cards (26)

  • un soda
    een frisdrank
  • un vœu (des vœux)

    een wens (wensen)
  • le bonheur
    het geluk
  • un réveil
    een wekker
  • un jeu de société
    een gezelschapsspel
  • une grange
    een schuur
  • une ambiance
    sfeer
  • une session
    een sessie, een beurt
  • une bougie
    een kaars
  • une star
    een ster
  • des friandises
    snoepgoed
  • joyeux, joyeuse
    zalig, gelukkig
  • sincère
    oprecht
  • exigeant(e)

    veeleisend
  • se réunir (comme finir)

    ontmoeten (als in finishen)
  • souffler
    (uit)blazen
  • discuter
    bespreken, praten over
  • avoir envie de

    zin hebben om
  • avoir besoin de
    nood hebben aan
  • avoir lieu
    plaats vinden
  • chanter de tout cœur
    uit volle borst zingen
  • confirmer sa présence

    zijn aanwezigheid bevestigen
  • de la part de
    vanwege
  • pousser la chansonnette
    zingen
  • jusqu’au petit matin
    tot in de vroege uurtjes
  • être déguisé
    verkleed zijn