thema 8

• 1 Hoe evolueerde de Romeinse economie door de veroveringen?

  * Aanvankelijk:

  → eenvoudige landbouwsamenleving

  → akkerbouwers en veetelers → lokale bevolking van voldoende voedsel voorzien

  * Veroveringen en bevolkingsgroei:

  → kleine boeren trokken naar de stad → werk zoeken

  → nog steeds landbouweconomie

  * Enorme bevolkingstoename:

  → graaninvoer noodzakelijk

  → schepen voerden basisvoedsel uit andere delen van het rijk in
• 2 Hoe organiseerden de Romeinen hun handel?

  * bevolkingsstijging → stijging vraag producten in Rome → handelaars voeren basisproducten in

  * rijken: vraag naar luxeproducten → veel consumeren (import) maar weinig produceren (export)

  * Romeinen → profiteren van natuurlijke rijkdommen van de veroverde gebieden → uitbuitingseconomie

  * Langeafstandshandel, regionale handel, lokale handel

  * Romeinse economie → geldeconomie

  → rijke handelaars en soldaten verspreiden het Romeinse geld naar alle uithoeken van het rijk

  → overal met dezelfde munten betalen
• 3 Welke rol speelden slaven in de Romeinse economie?

  * Slaven:

  → in dienst van de staat

  → in dienst van privépersonen

  → werkten op het land, in mijnen of bij een ambachtsman

  → sommigen bekleedden belangrijke functies

  → gebruikt om winst te maken en leefcomfort te verbeteren

  → niet altijd slecht behandeld

  → na jarenlange trouwe dienst → vrijheid krijgen

  * Veroveringsoorlogen → veel krijgsgevangenen → verkocht als slaven

  * Later → minder aanvoer

  * Romeinse economie = slaveneconomie → handelaars verkochten slaven op slavenmarkten → verspreid over het rijk