T5 B2 Hormoonstelsel

• Hormoonklieren


  produceert hormonen
• hormoonreceptoren


  >vangen hormonen op d.m.v. het sleutel slot principe

  >zitten vast aan doelwitorganen
• endocriene klieren


  >sturen hormonen metteen naar het bloed

  >secretie
• exocriene klieren


  >hebben een afvoerbuis

  >uitscheiding -> excretie
• Hormoonstelsel


  bestaat uit een aantal hormoonklieren
• Hypofyse


  >ligt onder de hypothalamus

  >produceert TSH, LH, FSH, groeihormonen
• hypothalamus


  >ligt boven de hypofyse

  >regelt de secretie van hormonen d.m.v. hypofyse
• ADH


  >antidiuretisch hormoon

  >regelt de resorptie van water in de nieren wat zorgt voor productie van urine
• schildklier


  >ligt in de hals tussen het strottenhoofd (boven) en de luchtpijp (beneden)

  > produceert een schildklierhormoon → thyroxine > productie boven de normwaarde → secretie TSH remt af > productie onder " → secretie TSH neemt toe
• thyroxine


  stimuleert groei, stofwisseling en het verstand
• epo


  >erytropoëtine

  >dit produceren de nieren bij te weinig zuurstof → stimuleert de productie van rode bloedcellen in het rode beenmerg (zorgt voor zuurstof)
• bijnieren


  >als kapjes boven de nieren

  >bestaat uit bijnierschors en bijniermerg

  >produceert adrenaline (bij stress)
• adrenaline


  hormoon met snelle, kortdurende werking dat de stofwisseling bevordert
• De eilandjes van Langerhals

  produceert insuline en glucagon → doorgegeven aan het bloed
• AlvIeesklier


  heeft een exooriene en endocriene functie
• insuline


  >

  >constante glucoseconcentratie
• glucagon


  >
• glycogeen


  >