Tijdvak 6

• Regenten


  Enkele rijke families van handelaren die de macht hadden in de zeegewesten
• Vorsten


  Koningen, die had je vooral in Groot-Brittannië en Frankrijk
• Absolutisme


  1 koning die in zijn eentje alle macht in handen heeft
• Lodewijk de 14e oftewel de Zonnekoning

  1. Schakelde de adel uit

  2. Liet het paleis van Versailles bouwen

  3. Nodigde de adel uit om hier te komen wonen
• Lodewijk de 14e liet de adel in Versailles wonen

  • Hierdoor kon hij de adel 24 uur per dag in de gaten houden en controleren
  • Ook verarmde hij de adel doordat zij grote feesten gingen geven ter ere van de koning
• Lodewijk de 14e (XIV) maakte Frankrijk een machtig land


  1. Zorgde voor goed te verdedigen natuurlijke grenzen (rivieren en bergen)

  2. Voerde mercantilisme in
• Mercantilisme


  Door invoerrechten werden buitenlandse producten duurder gemaakt, hierdoor kregen Fransen producten de kans om zich te ontwikkelen
• Lodewijk de 14e


  1. Liet de belastingen centraal in Parijs binnenkomen

  2. Met dit geld werd een groot leger gevormd (160.000 man)

  3. Een deel bestond uit huursoldaten, het andere deel uit Fransen
• De huursoldaten waren vooral infanterie (voetsoldaten) en de Fransen cavalerie (te paard)
• Frankrijk besloot de Republiek aan te vallen
• Het Rampjaar: Keulen, Munster, Groot-Brittannië en Frankrijk vallen samen de republiek aan


  1672
• Het Nederlandse leger gaat keihard onderuit. Om de Fransen nog een beetje tegen te houden worden grote gebieden onder water gezet
• Bijzondere plaats in staatkundig opzicht van de Republiek


  De Republiek was het enige land zonder koning of keizer
• Bloei in economisch opzicht van de Republiek


  • VOC (1602) - De eerste vijftig jaar verliezen omdat handelsposten nog moesten worden gesticht en handelsverdragen nog moesten worden gesloten
  • WIC - De WIC handelde in slaven en deed aan kaapvaart tijdens de 80-jarige oorlog
  • Moedernegotie (moeder handel) met de Oostzee - Hier werd goedkoop graan gehaald waarmee de Republiek werd gevoed
• Stapelmarkt


  1. Graan werd hier opgeslagen, hierdoor bleef de prijs redelijk en stabiel

  2. Daardoor bleven ook de prijzen voor voeding laag en stabiel en durfden mensen luxegoederen te gaan kopen
• Veel Nederlanders gingen schilderijen kopen: vooral portretten
• Handelskapitalisme


  Handelen met als enige doel het maken van zo veel mogelijk winst
• Wetenschappelijke revolutie begon in Frankrijk en Groot-Brittannië omdat de burgeroorlogen daar al afgelopen waren
• Dit zorgde voor betere wapens, betere schepen en betere navigatie: kompas, kaart, de snelheid werd vanaf dat moment uitgedrukt in knopen
• In de tweede helft van de zeventiende eeuw kostte dit de Republiek de kop: in de Republiek waren er geen tot weinig innovaties
• Rijke Nederlanders stopten hun geld steeds vaker in Britse en Fransen bedrijven
• Het gemeen (gewone volk) werd steeds ontevredener omdat hierdoor steeds meer banen verdwenen naar Frankrijk en Groot-Brittannië