Frans

Subdecks (4)

Cards (363)

les bagages à main (m)
de handbagage
la compagnie aérienne 
de luchtvaartmaatschappij
l'embarquement (m) 
de boarding
le vol 
de vlucht
atterrir 
landen
décoller 
opstijgen
embarquer 
boarden
enregistrer (les bagages) 
(de bagage) inchecken
récupérer les bagages 
de bagage ophalen
voler 
vliegen
la carte d'identité 
de identiteitskaart
le contrôle de sûreté 
de veiligheidscontrole
le contrôle passeport 
de paspoortcontrole
les documents de voyage (m) 
de reisdocumenten
les papiers d'identité (m) 
de identiteitspapieren
changer de train 
overstappen
descendre (du train) 
uitstappen
monter dans (le train) 
instappen
rater sa correspondance 
zijn aansluiting missen
la boussole 
het kompas
le camping (sauvage) 
het (wild)kamperen
la caravane 
de caravan
l'emplacement (m) 
de standplaats, de locatie
le feu de camp 
het kampvuur
le matelas pneumatique 
de luchtmatras
le sac à dos 
de rugzak
le sac de couchage 
de slaapzak
dormir sous la tente 
in de tent slapen
monter/planter sa tente 
zijn tent opzetten
replier sa tente 
zijn tent opvouwen
l'altitude (f) 
de hoogte (tov de zeespiegel)
l'arrivée (f) 
de aankomst
l'autorisation (f) 
de toestemming
la baignade 
het baden, het zwemmen
le bain de soleil 
het zonnen, het zonnebad
la borne libre-service 
de ticketautomaat
le château 
het kasteel
la clim(atisation) 
de airco(nditioning)
la crème solaire 
de zonnecrème
le départ 
het vertrek