Save
Biologie
T5 B3 Het zenuwstelsel
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Wiktoria Krzyżanowska
Visit profile
Cards (30)
Zenuwstelsel
een
communicatienetwerk
→ verbindt alle delen van het lichaam met
elkaar
centrale
zenuwstelsel
>
Grote
hersenen,
kleine
hersenen
,
de
hersenstam
en
het
ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel
> Zenuwen die alle delen van het lichaam verbinden met het
centrale zenuwstelsel
Animale zenuwstelsel
Regelt de bewuste acties en beweging van het lichaam +
reflexen
verlopen er via
Autonome
zenuwstelsel
>
vegetatieve
zenuwstelsel
>
onbewuste
reacties/ processen
> regelt de werking van inwendige organen →
hartslagfrequentie
,
spijsvertering.
nieren, verwijding/vernauwing van bloedvaten
Prikkels
Een invloed uit het milieu op het
organisme
, hieruit ontstaan in zintuig
cellen
impulsen
Impulsen
>Een soort van elektrische signalen
>Worden verwerkt in je
hersenen
→ worden door zenuwen naar je speekselklieren en bepaalde spieren in je
arm
geleid.
Signaalverwerking
>Zorgt voor de mogelijkheid om prikkels uit de
omgeving
op te vangen en het tot stand komen van
gedrag
d.m.v.
1): Zintuigcellen prikkels →
impulsen
2):
impulsen
→
geleidt naar het centrale zenuwstelsel
3):
spieren reageren
^ + klieren reageren →
impulsen
Dendriet
Een uitloper van een zenuwcel die
impulsen
ontvangt en naar het
cellichaam
toe leidt ( 0 tot 1m lang)
Axon
Een uitloper dieimpulsen van het
cellichaam leidt
( 0-1m lang)
myelineschede
omrinkt
de
meeste axonen
en bestaat uit cellen van Schwann
cellen van Schwann
tussen
twee opeenvolgende cellen van Schwann zit een onderbreking± een insnoering
ongemyeliniseerde uitloper
dit is een uitloper zoner myelineschede
synapsen
hier eindigen de vertakkingen van een axon, dit zijn de plaatsen waar de impulsoverdracht plaatsvindt
neurotransmitters
hiermee
versmelten
de blaasjes nadat een impols aankomt in een uiteinde van een
axon
gevoelszenuwcellen
>Sensorische zenuwcellen
>Geleiden impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
>Gevoel
schakelcellen
>
Geleiden impulsen
binnen het centrale zenuwstelsel en kunnen de impulsen van gevoelszenuwcellen ontvangen en deze doorgeven aan
bewegingszenuwcellen.
>Deze
liggen
geheel
binnen het centrale zenuwstelsel
Bewegingszenuwcellen
>
Motorische
zenuwcellen
>Geleiden impulsen vanuit het centrale zenuwstelsel naar spieren en klieren.
>Bevat meerdere korte dendrieten en 1 lang axon naar een spier of klier.
Gevoelszenuwen
Bevat
alleen
uitlopers van
gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuw
Bevat alleen uitlopers van het bewegingzenuwcellen
Gemenge zenuwen
Bevatten uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen, deze komt ook het meest voor
De grote hersenen, de kleine hersennen, de hersenstam, het hersenvocht, de hersenschors, de grijze stof, de witte stof.
Grijze
stof
Bevat
cellichamen
van
schakelcellen
Witte
stof
>
Bevat de
uitlopers van schakelcellen
>Het is wit door de myelinescheden die om het axon heen liggen
De hersenstam
>Verbindt de
grote
hersenen,
kleine
hersenen en het rugenmerg en geleidt impulsen van de g.h en k.h naar het ruggenmerg en omgekeerd.
>Regelt het
hartritme
,
snelheid
ademhaling en bloeddruk
De
grote hersenen
Zorgt ervoor dat je bewust wordt in de
waarnemingen
die je doet en er ontstaan
impulsen
om spieren aan te sturen voor bewuste bewegingen
De kleine hersenen
Handhaaft je evenwicht en
coördineert
je
bewegingen
Centra in de
hersenschors
Je kunt hierdoor gevoelscentra en bewegingscentra onderscheiden
Het ruggenmerg
>Deze ligt bij gewervelden goed beschermd in het wevelkanaal dat wordt gevormd door de gaten in de op elkaar liggende wervels.
>In het midden van het merg bevindt zich een holte -> het centrale kanaal.
>In het buitenste gedeelte ligt de witte stof waarin er veel uitlopers en schakelcellen bevinden
Het centrale kanaal
" is gevuld met vocht en staat rechtstreeks in verbinding met het hersenvocht in de hersenholten