deel 5

• verhaalbegin

  • ab ovo
  • in medias res
• ab ovo

  • verhaal begint bij hete begin
  • personages worden langzaam geïntroduceerd
• in medias res

  • verhaal begint in het midden of het einde
  • vragen worden opgeroepen bij de lezer
• verhaaleinde

  • open einde: lezer blijft achter met vragen
  • gesloten einde: het verhaal is helemaal af
  • cliffhanger: verhaal wordt op belangrijk moment afgebroken
• spanningstechnieken

  • personages
  • tijd
  • ruimte
  • perspectief
• directe reden

  • je zegt na wat je exact hebt gezegd
• indirecte reden


  je zegt niet exact na wat je hebt gezegd
• begin aanhaling


  aanhaling in het begin van de zin
• eindaanhaling


  aanhaling aan het eind van de zin
• de bouw van een tekst

  • titel
  • inleiding
  • midden
  • slot
  • soms tussentitels
• de probleemstructuur

  • wat is precies het probleem?
  • waarom is het een probleem?
  • wat zijn de oorzaken ervan?
  • wat is ertegen te doen?
• de onderzoekstructuur

  • wat is precies onderzocht?
  • volgens welke methode is er onderzocht?
  • wat zijn de resultaten?
  • wat zijn de conclusies?
• de maatregelstructuur

  • wat is de maatregel precies?
  • waarom is die maatregel nodig?
  • hoe wordt de maatregel uitgevoerd?
  • wat zijn de effecten?
• de evaluatiestructuur

  • wie of wat wordt geëvalueerd?
  • wat zijn de relevante beoordelingscriteria ervoor?
• de handelingsstructuur

  • wat is het doel van de handeling?
  • wat zijn de voorwaarden ervoor?
• verband


  drukt relatie uit tussen zinnen en alinea's
• structuur


  kant-en-klaar sjabloon, die de schrijver moet invullen
• sciencefiction

  • wetenschappelijke fictie
  • denkbeeldige wereld
  • speelt zich af in de toekomst
  • wetenschap en technologie zijn vergevorderd
  • dystopisch
• harde sciencefiction

  • wetenschappelijke vooruitgang gedetailleerd beschreven
  • zo correct mogelijk
• zachte sciencefiction


  aandacht voor de menselijke, psychologische kant
• verschillen fantasy en sciencefiction

  • magie
  • toekomst
  • vergevorderde wetenschap
• punt

  • na mededelende zin
  • onrechtstreekse vraag
  • verzoek
• uitroepteken

  • na bevel
  • uitroep
  • wens/verzuchting
  • waarschuwing
• vraagteken


  na een vraag
• komma

  • voor/na aanspreking
  • tussenwerpsel
  • bijstelling
  • tussen opsomming
  • gelijkwaardige woorden
• dubbele punt

  • verklarende opsomming
  • verklaring
• samengestelde zin met onderschikking

  • hoofdzin geeft belangrijkste info
  • bijzin kun je vervangen door 1 woord
  • wordt ingeleid door onderschikkend voegwoord/betrekkelijk voornaamwoord
• samengestelde zin met nevenschikking

  2 of meer gelijkwaardige zinnen verbonden door middel van nevenschikkend voegwoord/komma
• enkelvoudige zin

  zin met slechts 1 persoonsvorm
• achten

  • beschouwen
  • aannemen
  • denken
• cruciaal

  • noodzakelijk
  • broodnodig
  • belangrijk
• dynamisch

  • energiek
  • levendig
  • actief
• de instantie

  • afdeling
  • apparaat
  • de organisatie
• kernachtig

  • kordaat
  • bondig
  • stevig
• ombuigen (tot)

  • koerswijziging
  • bezuiniging
  • omdraaien
• een oordeel vellen

  • beoordelen
  • jugeren
  • oordelen over
• reputatie

  • beroemdheid
  • eer
  • goede naam
• resteren

  • achterblijven
  • overschieten
  • overblijven
• variëren

  • afwijken
  • verschillen
  • verschillend
• ultiem

  • definitief
  • laatste
  • uiteindelijk