Save
GPC NL1
Voorzetsels
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Ayu
Visit profile
Cards (221)
de aandacht vestigen op
Hij vestigde mijn
aandacht
op een
artikel.
View source
aandringen op
Ze dringen aan
op
een
snelle oplossing.
View source
zich
aanpassen aan
Hij moet zich aanpassen aan de
nieuwe
school.
View source
zich aansluiten bij
Ze sluiten zich aan bij de nieuwe
groep.
View source
aansturen
op
Het bedrijf stuurt aan op
groei.
View source
zich aantrekken van
We trekken ons niets aan van dat
verbod.
View source
iemand aanzetten tot
Hij zet zijn kinderen aan tot
pesterijen.
View source
afhangen van
We willen niet afhangen van anderen.
View source
afhankelijk
zijn
van
Door zijn handicap is hij
afhankelijk
van zijn
ouders.
View source
afstemmen op
We zullen ons aanbod beter afstemmen op de vraag.
View source
afwijken van
Hij wijkt af van zijn oorspronkelijke onderwerp.
View source
zich afzetten tegen
Puberende kinderen zetten zich af tegen hun
ouders.
View source
akkoord gaan/zijn met
Het personeel gaat akkoord met een
nieuw uurrooster.
View source
antwoorden op
Je
antwoordt nu weer niet op mijn vraag
!
View source
bang
zijn
van
We zijn
bang van die gevaarlijke hond.
View source
bang
zijn
voor
Ze zijn bang voor een nieuwe
reeks
ontslagen.
View source
bedanken
voor
Ik
bedank u
voor
uw aanwezigheid.
View source
bedoelen met
Wat bedoel je precies met die uitspraak?
View source
beginnen
met/aan
We beginnen
maandag
met de examens.
View source
beloven aan
Hij heeft het
beloofd
aan zijn ouders.
View source
(zich)
beperken tot
Ze zullen zich
beperken tot
de essentie.
View source
beschermen tegen
Je
moet
de kinderen beschermen tegen de
zon.
View source
beslissen over
Wie beslist er over de aanwervingen?
View source
bestaan
uit
Mijn team bestaat uit
drie
ingenieurs en een
dokter.
View source
betrekken
bij
Ik wil niet dat je ons bij die ruzie betrekt.
View source
bevallen van
Ze is
gisteren
bevallen van een
gezonde
zoon.
View source
bewegen tot
Ik kan hem niet bewegen tot
meer actie.
View source
bezwaar
hebben
tegen
Heb je bezwaar tegen de bouw van nieuwe flats?
View source
boos zijn op iemand
Hij is boos op zijn
dochter
omdat ze niet
luistert.
View source
boos zijn
over iets
Hij
is boos over die
onbeleefde
opmerking.
View source
breken met iemand
Ze heeft eindelijk gebroken met die
nietsnut
!
View source
iets danken aan
Hij
dankt
zijn diploma aan zijn
grote
inzet.
View source
iemand danken
voor
Ik dank mijn echtgenoot
voor
zijn steun.
View source
deelnemen aan
Ze zal deelnemen aan
de loopwedstrijd.
View source
delen
met
Je moet je
snoepjes
delen met je
vriendjes.
View source
denken aan
Denk je nog
veel
aan je overleden
broer
?
View source
dol
zijn
op
Ik ben dol op chocoladecake!
View source
dreigen met
De
vakbonden dreigen
met
stakingen.
View source
dwingen tot
Ze dwingen de regering tot
aftreden.
View source
het eens zijn
met
Ik ben het niet eens
met
uw analyse.
View source
See all 221 cards