Nederlands

Subdecks (3)

Cards (85)

  • Argument
    De reden
  • Objectief

    Op basis van feiten
  • Soorten zinnen
    • Mededelende zin
    • Ontkennende zin
    • Bevestigende zin
    • Vragende zin
    • Bevelende zin
    • Uitroepende zin
  • Congruentie
    Overeenkomen van onderwerp en persoonsvorm
  • Getallen voluit na duizend plaats tussen laten, rest aan elkaar
  • Hen & Hun
    • Hen bij lijdend voorwerp
    • Hen na voorzetsels
    • Hun = MV zonder voorzetsel
  • Als
    Gelijkenis
  • Afleiding
    Een woord afgeleid van een ander woord
  • nadat, daarna, eerst, later = chronologie (tijd)
    omdat, daardoor, doordat = oorzaak en gevolg
    zo ook, als = vergelijking
    bijvoorbeeld, ter illustratie = toelichting
    maar, echter, anderzijds, hoewel = tegenstelling
    als, in het geval dat, wanneer = voorwaarde
    kortom, met andere woorden, al met al = samenvatting