Het meervoud van de term 'medium' = de middelen waardoor inhoud wordt gecommuniceerd tussen een oorsprong en een bestemming
Cultuur (1)
Creatieve expressie (bv. kunst, literatuur, muziek en tv-programma's)
Cultuur (2)
Bredere manier van leven van een samenleving of een groep (inclusief waarden, betekenissen, identiteiten, tradities, gedragsnormen en manieren om de wereld te begrijpen)
Samenleving
Het geheel van sociale wereld waarin we leven of het lichaam van instituties en relaties waarin een relatief grote groep van mensen leven (inclusief details van alledaagse interacties en sociale differentiaties op basis van klasse, etniciteit en geslacht)
Media
Een klein aantal van sociale media producenten kunnen grote aantallen van content verspreiden met een publiek van miljoenen mensen + de technologieën die ze gebruiken en de content die ze verspreiden
Relatie tussen media en maatschappij
Media als vormende kracht
Media als afspiegeling
Media als representatie: een wisselwerking
Model van Shannon en Weaver
Eerste poging om een systematisch inzicht van de relatie tussen verschillende componenten in het communicatie proces te creëren
Model van Lasswell
Klassiek wetenschappelijk model, geïnspireerd door de massamedia: "wie? Zegt wat? Via welk kanaal? Naar wie? Met welk effect?"
Kritiek op theorieën van Shannon en Weaver + van Laswell
Kritiek op Shannon en Weaver's model
Behandelt communicatie als iets dat draait om het (in)effectief transporteren van een reeds bestaande boodschap, die compleet alle betekenissen bevat, naar een bestemming
Moedigt ons aan communicatie te zien als een eenrichting, lineair proces waarin de zender van de boodschap actief is en de ontvanger is passief
Verwijst niet naar mogelijkheid dat ontvangers de berichten die naar hen gestuurd worden direct beïnvloeden door verschillende soorten feedback te geven aan afzenders
Moedigt ons aan om communicatie te zien als proces waarin geïsoleerde individuen centraal staan
Kritiek op het model van Lasswell
Formulering en volgorde van het model neigt naar de lineaire benadering
Rol van ontvanger wordt als passief beschouwd
Model Hodkinson
Focussen op 'media industrie' en 'media gebruikers', niet meer op 'zender' en 'ontvanger'
Maatschappij heeft invloed op alle 4 deze componenten en media beïnvloed de maatschappij
voor (wederkerige) relatie media en maatschappij
MODEL HODKINSON
Media-technologie
Technologie is geen media maar is een belangrijke component van media als je post op insta likes die je kan toevoegen is niet iets dat jij wilt maar is waar de technologie je toe dwingt (bv. boeken, televisie, sociale media,...)
Media-industrie
Media industrie bepaalt wat wij zien, wij als consument hebben invloed maar de producent bepaalt het (meer specifiek en contextuele formulering van de: "wie?" vraag in het model van Lasswell)
Media-inhoud
Media is ook de tekst, dat vinden wij als consument vaak het interessantste ("wat?" vraag) bv. televisie programma's, reclame, muziek video's,...
Media-publiek
Publiek is actief in de interpretatie van de media-inhoud
Kritiek in dit model: kritiek op het begrip "media", wat is media?
PROCESSEN VAN MODERNISERING
Industrialisering
Urbanisering
Bureaucratisering
Kapitalisme
Consumentisme
Globalisering
Industrialisering is er nog steeds en er vindt verstedelijking plaats van kleine steden naar grote steden voor werk
Nadeel: mensen voelen zich vervreemd, onmenselijk in zo'n samenleving
Consumentisme: Consumeren was een lange tijd iets voor de elite, in de 20e eeuw
Consumentisme: Consumptie zegt iets over je identiteit
Globalisering: Meer en meer een mondiale wereld
Globalisering: Economie en politiek is transnationaal niet meer lokaal
Globalisering: McLuhan: "the world is a global village": je kan zien wat er aan de andere kant van de wereld gebeurd door het nieuws
Globalisering is op 2 manieren gerelateerd aan mediatisering
Kritiek: wat en waar is de rol van media en mediatisering?
Mediatisering
Groeiende rol in de politiek (bv. propaganda)
Groeiende rol van marketing en consumentencultuur
Invloed van media in onderzoek
Postmodernistisch begrip van mediatisering= de symbolische wereld van 'media' heeft de echte wereld vervangen (dit begrip is te simpel en te groots)
Mediatisering
Uitbreiding van de mogelijkheden voor interactie in virtuele ruimten en een differentiatie van wat mensen als echt ervaren
Gebruikt als centraal concept in een theorie over het zowel toegenomen en veranderend belang van de media in cultuur en samenleving
Media zijn geïntegreerd geraakt in de werking van andere sociale instituties, terwijl ze ook de status hebben verworven van sociale instelling op zichzelf
Medialogica: verwijst naar de institutionele en technologische modus operandi van de media, met inbegrip van de manieren waarop media materiële en symbolische middelen distribueren en functioneren met behulp van formele media
Ontwikkeling die in de laatste jaren van de 20e E is versneld (vooral in het westen)
Directe mediatisering
Verwijst naar situaties waarin een voorheen niet-gemedieerde activiteit verandert in een gemedieerde vorm, d.w.z. de activiteit wordt uitgevoerd door interactie met een medium
Indirecte mediatisering
Een bepaalde activiteit in toenemende mate wordt beïnvloed met betrekking tot vorm, inhoud of organisatie door mediagenieke symbolen of mechanismen
Mediatisering is NIET gelijk aan mediatie (mediatie verwijst naar communicatie via een medium, de interventie die zowel de boodschap als de relatie tussen zender en ontvanger kan beïnvloeden)
Ontwikkeling van media tot onafhankelijke instelling
Media is niet meer een instrument van een instelling (bv. politiek) of speciale interesse, maar blijft weg van verschillende sociale instituties
Ontwikkeling van media
19e E tot interbellum: media stond in functie van sociale instituties
Interbellum tot jaren '80: media als culturele instituties, nog steeds ondersteunend en niet op zichzelf staand instituut
Vanaf jaren '80: media als semi-zelfstandige instituties, op zichzelf staand instituut dat niet meer gebonden is aan een ideologie
Mediatisering als omvattend sociologisch proces
Mediatisering is niet enkel een kwantitatieve verandering (er is meer media, men zit meer op zijn gsm,...) maar ook een kwalitatieve verandering (er zijn socio-culturele veranderingen door de media)
In oude logica wordt publiek gezien als burger: media verteld wat men moet horen