a. de Stoa

• De naam van de filosofische stroming de Stoa komt van zuilenhal = stoa. Deze stond in het centrum van Athene, waar volgers van de stroming regelmatig samenkwamen om lessen te geven. De Stoa is van oorsprong een Griekse leer.
• De stichter van de Stoa was Zeno (336-262 v. Chr.). Hij kwam uit Citium, op het eiland Cyprus. In 311 v. Chr. kwam hij naar Athene, waar hij erg geboeid raakte door Socrates en de boeken over zijn filosofie. Hierdoor besloot hij filosofie te studeren.
• In 301 v. Chr. stichtte Zeno een eigen school, die steeds belangrijker werd en 5 eeuwen lang in de Griekse en Romeinse wereld aanhangers had.
• Chrysippus (277 v. Chr - ca. 200 v. Chr.) zijn ideeen waren bepalend voor de theorie van de stoïsche leer. Zijn invloed was zo groot dat gezegd werd dat als hij er niet geweest was, er geen Stoa zou zijn.
• Wat zijn de drie perioden van de geschiedenis van het stoïcisme?

  Oude Stoa, Midden-Stoa en Neostoïcisme.
• De Oude Stoa had Zeno en Chrysippus als belangrijkste vertegenwoordigers.
• De Midden-Stoa was ca. 150 v. Chr. tot 50 na Chr. De belangrijkste vertegenwoordigers waren Panaetius van Rhodos en Posidonius van Aparnea (Syrie). Via de Midden-Stoa trad de stoïsche leer in Rome. Via de opvattingen van deze twee vertegenwoordigers maakte Cicero kennis met stoïcisme.
• Het Neostoïcisme in Rome was van ca. 50 - 200 na Chr. De bekendste vertegenwoordigers waren Seneca (eerste eeuw) en keizer Marcus Aurelius (tweede eeuw).