Scheikunde 4H

Cards (25)

  • Sgem= l [A] eind - [A] begin l / (t eind - t begin)
  • Een reactie verloopt sneller als:
    • de temperatuur wordt verhoogd
    • de concentratie van de beginstoffen wordt verhoogd
    • de beginstoffen fijner worden verdeeld
    • er een geschikte katalysator wordt toegevoegd
  • Effectieve botsing: een botsing tussen moleculen die tot een reactie leidt
  • Katalysator: een stof die ervoor zorgt dat een reactie sneller verloopt zonder zelf verbruikt te worden
  • Verdelingsgraad: de reactie verloopt sneller als de vaste stof in kleine stukjes verdeeld wordt
  • Aflopende reactie: de chemische reactie stopt als de beginstof of een van de beginstoffen op is, deze reactie is onomkeerbaar
  • Omkeerbare reactie: Reactie waarbij uit de ontstane reactieproducten de oorspronkelijke beginstoffen weer kunnen worden teruggevormd
  • Verdelingsevenwicht: een stof heeft zich verdeeld over twee fasen, omdat er geen reacties verlopen is dit geen chemisch evenwicht
  • De ligging van het evenwicht geeft aan in welke verhouding de beginstoffen en de reactieproducten in het evenwichtsmengsel aanwezig zijn
  • Bij verhoging van de concentratie van een deelnemende stof aan één kant van de reactie, verschuift het evenwicht naar de andere kant
  • Bij verlaging van de concentratie van een deelnemende stof aan één kant van de reactie, verschuift het evenwicht naar dezelfde kant
  • Als het volume wordt verkleind, verschuift het evenwicht naar de kant van het kleinste aantal deeltjes
  • Als het volume wordt vergroot, verschuift het evenwicht naar de kant van het grootste aantal deeltjes
  • Bij een temperatuurstijging verschuift het evenwicht naar de endotherme kant
  • Bij een temperatuurdaling verschuift het evenwicht naar de exotherme kant
  • Alle factoren die de reactiesnelheid vergroten, verkorten de insteltijd
  • Op microniveau is een zuur een deeltje dat een H+ -ion kan afstaan
  • Ionisatie: het proces waarbij in een oplossing ionen ontstaan uit moleculen
  • HCl staat bekend onder de naam zoutzuur
  • Op microniveau is een base een deeltje dat een H+ -ion kan opnemen
  • [H+] = 10^-pH
  • pH = -log [H+]
  • [OH-] = 10^-pOH
  • pOH = -log[OH-]
  • pH + pOH = 14