Thema 1

• geslachtsgemeenschap hebben

  seks hebben
• teelbal

  • aanmaak van mannelijke hormonen en zaadcellen
  • mannelijke geslachtsklieren die vanaf puberteit zaadcellen produceren
  • in teelballen zitten er honderden teelbalbuisjes
  • na vorming zaadcellen worden ze naar de bijballen getransporteerd, opgeslagen worden en rijpen
• bijbal

  opslagplaats voor zaadcellen waar ze kunnen rijpen
• urinebuis


  transporteert sperma van de zaadleider naar de buitenwereld
• zwellichaam

  vult zich met bloed dat leidt tot erectie
• zaadleider

  Transporteert zaadcellen van de bijbal naar de urinebuis
• zaadblaasje

  Produceert zaadblaasjesvocht
• prostaat

  Produceert prostaatvocht
• eikel

  Genot: gevoelig voor seksuele prikkels
• voorhuid

  Beschermt de eikel
• balzak

  • Regulatie van de temperatuur van de teelballen
  • Bevindt zich buiten het lichaam doordat vorming van zaadcellen optimaal verloopt bij temp die 2 à 3°C lager dan lichaamstemp
  • Bevat gladde spieren die samentrekken bij koude temperaturen om teelballen dichter bij lichaam te brengen à temp stijgt
• sperma

  • Tijdens ejaculatie scheiden zaadblaasjes en prostaat vocht af à vormt spermavocht
  • Bevat voedingstoffen voor zaadcellen en is licht basisch om zure milieu van vagina te neutraliseren
  • Zaadcellen + zaadvocht = sperma
• voorvocht

  Geproduceerd door klieren van Cowper om achtergebleven urine te neutraliseren voordat het wordt afgegeven tijdens ejaculatie
• transport zaadcellen

  1. teelballen
  2. bijbal
  3. zaadleider
  4. urinebuis
  5. buitenwereld
• zaadlozing

  • Gebeurt door samentrekking van bekkenbodemspieren
  • Blaas is op dit moment afgesloten om te voorkomen dat zure urine met sperma mengt
• eierstok

  Aanmaak van vrouwelijke hormonen en eicellen
• eileider/fimbria


  Vervoert de eicel van de eierstok naar de baarmoeder
• eileidertrechter

  Vangt de rijpe eicel op van de eierstok
• baarmoeder

  • Ontvangt de bevruchte eicel die zich innestelt en tot een foetus ontwikkelt
  • Peervorming spierorgaan waarin bevruchte eicel zich kan innestelen en kan uitgroeien tot een foetus
• baarmoederhals

  Dient als doorgang voor de menstruatie en bevalling
• vagina

  Dient als geboortekanaal en ontvangt de penis tijdens geslachtsgemeenschap
• vulvalippen

  Beschermt de vagina (er zijn er 2)
• primaire geslachtskenmerken

  Kenmerken die vanaf de geboorte aanwezig zijn en direct betrokken zijn bij de voortplanting
• secundaire geslachtskenmerken

  Kenmerken die zich tijdens puberteit ontwikkelen