JUNI24GESCH

Cards (38)

  • Rijk na Karel de Grote
    1. Naar Lodewijk de Vrome
    2. Rijk in 3 na dood Lodewijk de Vrome
    3. Lotharius I
    4. Lodewijk de Duitser
    5. Karel de Kale
  • Invallen van noormannen, hongaren & arabieren
  • Lokale edelen
    • Nemen de macht
  • Otto de Grote
    1. Voert rijkskerkenstelsel in
    2. Stichting van Heilig Roomse rijk
  • Standen in de samenleving
    • 1ste stand = Clerus
    • 2de stand = Adel
    • 3de stand = 95% bevolking
  • Clerus
    Bidden/geloof verkondigen/besturen, rijkdom uit grootgrondbezit, hoge clerus = bisschoppen & abten, lage clerus = priesters
  • Adel
    Oorlog voeren/besturen/beschermen, rijkdom uit grootgrondbezit, lokale heren/graven/hertogen
  • 3de stand

    Werken/belasting betalen/karweien uitvoeren, meerderheid = horigen, minderheid = vrije boeren/ambachtslui/handelaars
  • Landbouwdomeinen
    1. Schaalvergroting
    2. Nieuwe ontginningen
    3. Drieslagstelsel = zomergraan→wintergraan→ braak (8ste eeuw)
    4. Landbouwoverschot→ bevolkingsgroei & +handel
  • Islam
    Begon in 7de eeuw op Arabische schiereiland, verkondigd door profeet Mohammed, verenigde stammen door taal en religie (soennisme & sjiisme), veroverde door verzwakte Byzantijnse rijk, 1000 n.C = politieke eenheid is weg
  • Rol van Islam
    1. Handel met China & India
    2. Handelssteden (Bagdad)
    3. Bagdad groeide uit tot belangrijkste handelsknooppunt
    4. Papier (Bagdad) ↔ zijde aardewerk & specerijen (China/India)
    5. Soeks stichten huis der wijsheid
  • Islam liet zich deïnvloeden door andere culturen
  • Islam ging actief op zoek naar andere inzichten en nieuwe kennis
  • Islam deed (Bagdad) nieuwe kennis op & verrijken ook Europa
  • Vernieuwingen door Islam
    • Spitsboog en papier
  • Stadstaat
    Zelfvoorzienend & kleinschalig
  • Kenmerken van een stad
    • Ommuurd en poorten
    • Nabijheid van water (rivieren)
    • Aanwezigheid van de Kerk
    • Markten
    • Symbolen van macht (stedelijk & adellijk)
  • Oorkondes v.d. graaf bepaalden de regels die schepenen controleerden
  • Dit was nodig door de multiculturele samenleving
  • Tussen steden is landelijk gebied = rurale ruimte
  • Verklaringen voor het stichten van steden
    • Economie verstevigen
    • Burchten en abdijen verzamelde mensen & ontstonden markten
    • Er was al eeuwen een stedelijke samenleving (Romeinen) (continuïteit)
    • Aanwezigheid van bisschoppelijke zetel zorgt voor bescherming
  • Romaanse bouwstijl
    11de & 12de eeuw, naar de Romeinse kunst afgeleid
  • Kenmerken Romaanse bouwstijl
    • Dikke muren & korte, brede torens
    • Horizontalisme
    • Kleine ramen & rondbogen
    • Kruisvormige opbouw
    • Gewelven & timpanen boven ramen en deuren
  • Opbouw Romaanse kerk
    • Apsis
    • Hoofdaltaar
    • Kooromgang
    • Straalkapel
    • Transept
    • Middenschip
    • Zijbeuk
    • Narthex
  • Soorten gewelven Romaanse kerken
    • Kruisgewelf
    • Tongewelf
    • Koepelgewelf
  • Gotische bouwstijl
    12de & 14de eeuw, stedelijke stijl, en eerder kathedralen IPV kerken
  • Kenmerken Gotische bouwstijl
    • Grote hoge ramen & hoge, smalle torens + spitsboog
    • Verticalisme
    • Luchtbogen, steunberen & hoge gewelven
    • Kruisvormige opbouw + meer uitgewerkt
    • Wimberg = driehoek boven ramen en deuren
  • Opbouw Gotische kathedraal
    • Steunberen zijn nodig voor de toenemende hoogte
    • Luchtbogen verstevigen extra
    • Spitsbogen boven ramen
    • Speciale versieringen
    • Extra gewelf = kruisribgewelf
  • Kathedralen hebben veel domeinen = sociaal, cultureel & politiek
  • Kathedralen zijn de stedelijke trots & zitten vol symboliek
  • Noormannen
    Term voor Scandinaviërs uit de vroege middeleeuwen
  • Vikingen
    Term voor Scandinaviërs die plunderden op zee uit de vroege middeleeuwen
  • Soorten boten
    • Langschip = oorlogsschip
    • Knarr = diep voor veel vracht te vervoeren
    • Karve = smal voor binnenvaart en kleine vracht
  • Vikingen hingen drakenkoppen aan boten om af te schrikken
  • Noren
    1. Naar Faeröer eilanden/ijsland/groenland/Canada
    2. Erik de rode wordt verbannen van Ijsland voor moord, gaat Groenland koloniseren, gaat naar Canada met zoon, valt van paard, zoon gaat alleen
  • Denen
    1. Opmars naar zuidwesten (Britse Eilanden, Bretagne, …)
    2. Vielen kloosters aan (Lindisfarne)
    3. Van plundertochten naar verovering expedities
    4. Alfred de Grote van Wessex heroverd Engeland
    5. Rollo (Noorwegen/Denenmarken) gaat naar Normandië, overeenkomst Rollo & Karel de Eenvoudige, Stichtte de Normandische Dynastie
    6. Willem de veroveraar (Normandische Dynastie) verovering Engeland
  • Zweden
    1. Opmars naar Oost-Europa (Oostzee, Dnjepr, Wolga, Byzantium, …)
    2. Koloniseren voor handelsredenen Kiev & Novgorod
  • Kolonisatie
    Grootschalige migratie waarbij ze zich ergens vestigen & hebben nog contact met thuisland & hebben privileges tegenover de inheemse bevolking