CR Practicum 6 parasieten

Cards (50)

  • Levenscyclus Dictyocaulus viviparus
    1. Prepatente periode (3-4 weken): larven migreren vanuit darmen naar longen, ontwikkelen tot volwassen wormen
    2. Patentperiode (1-1,5 maand): volwassen wormen produceren geëmbryoneerde eieren die worden opgehoest en ingeslikt
    3. L1's worden uitgescheiden met feces
    4. L1 naar infectieuze L3 binnen een week
    5. L3's vanuit feces naar omringend gras binnen een dag, mogelijk via Pilobolus spp
  • Dictyocaulus viviparus door het jaar heen
    • L3 kan maximaal 6 weken overleven op de weide in een NL'se zomer
    • Overwintering komt weinig voor in NL
    • Bron in zomer zijn de oudere dragerdieren
    • Uitbraken vaak in tweede helft weideseizoen
  • Larvale herinfectiesyndroom
    • Koeien die in voorgaande jaren al longworm-ziekte hebben gehad en opnieuw besmet zijn door massale weidebesmetting van infectie-gevoelige vaarzen
    • Immuniteit doodt de L3 larven, maar voorkomt niet dat runderen opnieuw longwormen binnenkrijgen
    • Sommige dieren kunnen overgevoelig reageren op deze larven, wat leidt tot oedeem en exsudaat in het bronchiaal en alveolair weefsel, wat resulteert in dyspneu
  • Klinische verschijnselen Dictyocaulus viviparus
    • Hoesten en verhoogde ademhalingsfrequentie
    • Typische houding: gestrekte hals met tong uit bek en bolle rug
  • Diagnostiek Dictyocaulus viviparus
    1. Aantonen van de larven met Baermann techniek, sputumonderzoek of longspoeling
    2. Met ELISA antilichamen aantonen (major sperm protein)
    • Bij volwassen dieren met herinfectiesyndroom is diagnostiek lastig omdat de wormen niet volwassen worden
  • Therapie en preventie Dictyocaulus viviparus
    • Anthelmintica of ontstekingsremmers bij secundaire infecties
    • Omweiden voor longworm op basis van levenscyclus (4-5 dagen)
    • Vaccinatie met bestraalde larven, maar bescherming is beperkt tot 1 jaar
  • Dictyocaulus filaria
    Longworm bij kleine herkauwers, prepatent periode 4-5 weken, geen tussengastheer
  • Dictyocaulus filaria
    • Geit is gevoeliger dan schaap
    • Lammeren krijgen lichte infecties omdat ze lang bij moeder blijven, waardoor ze immuniteit opbouwen
  • Protostrongyliden (Muellerius capillaris)

    Kleine longwormen met indirecte levenscyclus, zelden tot ziekte leidend
  • Metastrongylus elongatus

    Longworm bij varkens, ovovivipaar, prepatent periode 4-5 weken, tussengastheer is regenworm
  • Metastrongylus elongatus
    • Komt alleen voor bij varkens die buiten lopen
    • Baermann niet mogelijk omdat eieren met feces worden uitgescheiden
  • Syngamus trachea
    Ook wel gaapworm genoemd, bij pluimvee, prepatent periode 2-3 weken
  • Syngamus trachea
    • Infectie via orale opname eieren met L3 of uitgekomen L3 of paratenische gastheer
    • Eieren met feces uitgescheiden dus geen Baermann mogelijk
  • Syngamus trachea
    • In ernstige gevallen emfyseem longen, oedeem leidende tot pneumonie en sterfte
    • Minder ernstige gevallen: hemorragische tracheitis met veel mucus productie en bemoeilijkte ademhaling
  • Dictyocaulus arnfieldi
    • Paarden kunnen geïnfecteerd raken maar patente infecties vrijwel alleen bij veulens en jaarlingen
    • Ezels worden niet ziek maar paarden wel, vooral bij oudere paarden
  • Dictyocaulus arnfieldi

    • Ook verspreiding via Pilobolus spp
    • Eitjes komen zeer snel uit, dus Baermann techniek zeer geschikt
  • Dictyocaulus arnfieldi
    • Catarrale bronchitis met uitbreiding tot lobulaire purulente pneumonie
    • Chronisch hoesten, verhoogde ademhaling, neusuitvloeiing
  • Minder ernstige gevallen van syngamus trachea
    Hemorragische tracheitis met veel mucus productie en bemoeilijkte ademhaling
  • Klinisch beeld syngamus trachea
    • Happen naar lucht, met de kop schudden en hoesten
    • Vogels worden zwak, vermageren en er kan anemie optreden
  • Voorkomen Dictyocaulus arnfieldi
    • Lange prepatente periode (2-3 maanden)
    • Paarden kunnen ook geïnfecteerd raken maar patente infecties (met volwassen wormen) vrijwel alleen bij veulens en jaarlingen
    • Ezels worden niet ziek maar paarden wel, en verschijnselen zien we dan weer vooral bij oudere paarden en minder bij veulens – vermoedelijk door een overgevoeligheidsreactie
    • Ook verspreiding via Pilobolus spp.
    • Eitjes komen zeer snel uit, dus Baermann techniek zeer geschikt
  • Verschijnselen Dictyocaulus arnfieldi
    • Catarrale bronchitis met uitbreiding tot lobulaire purulente pneumonie
    • Chronisch hoesten, verhoogde ademhalingsfrequentie, neusuitvloeiing
  • Angiostrongylus vasorum
    Franse hartworm bij hond/vos
  • Voorkomen Angiostrongylus vasorum
    • Reden voor gebruik Baermann techniek
    • Prepatent periode 6-8 weken
    • Volwassen stadia niet in longen maar in circulatie, met name longslagader (geen echte longworm)
    • Kenmerkend beeld want witte ovaria liggen gewikkeld om rode darm, TGH is slak
  • Verschijnselen Angiostrongylus vasorum
    • Vaak chronisch verloop met tachycardie, versnelde ademhaling, productieve hoest, hyporexie en vermoeidheid
    • Bij ernstige infectie trombose en congestieve hartfalen
  • Crenosoma vulpis
    Longworm bij hond en vos
  • Voorkomen Crenosoma vulpis
    • 1,5 cm dunne wormen, slak is TGH, vaker bij vossen dan honden
    • Net als de meeste longwormen zijn ze ovo-vivipaar en met feces eieren uitgescheiden
    • Prepatent periode is 3 weken
  • Verschijnselen Crenosoma vulpis
    • Kan catarrale eosinofiele bronchi(oli)tis met granulomateuze pneumonie veroorzaken
    • Hoesten, niezen, neusuitvloeiing, versnelde ademhaling
  • Voorkomen Filaroides spp.
    • Prepatent periode 5-6 weken
    • 1,5 cm dunne wormen, geen TGH, L1 is infectieus stadium en belangrijkste infectieroute is teef op pup (likt met sputum met daarin L1)
  • Verschijnselen Filaroides spp.

    • Chronische polypeuze tracheïtis en bronchitis ter hoogte van bifurcatie waar de wormen in knobbeltjes kunnen liggen
    • Oslerus oscleri (voorheen Filaroides oscleri) meest pathogeen, meestal asymptomatisch, bij trachea in de buurt ipv longparenchym zoals bij de meeste Filaroides soorten
  • Voorkomen Aelurostrongylus abstrusus
    • Prepatent periode ca. 6 weken
    • 1,5 cm lange dunne wormen en de eieren kunnen accumuleren in stevige geelgrijze granulomateuze knobbeltjes in het longweefsel (wormknobbeltjes) en brutknopen
    • TGH zijn landslakken, paratenische gastheer alle dieren die slakken eten
  • Verschijnselen Aelurostrongylus abstrusus
    • Bronchitis, interstitiële pneumonie
    • Vaak geen verschijnselen
    • Bij ernstige infecties hoesten, niezen, neusuitvloeiingen en versneld ademen
  • Capillaria aerophilia

    Longworm bij kat en vos
  • Voorkomen Capillaria aerophilia
    • Bij katten, maar vooral bij vossen
    • Prevalentie bij honden is laag
    • Prepatent periode is 4-6 weken
    • 3 cm lange haardunne wormen leggen eieren die ook met de feces uitgescheiden worden
    • Baermann techniek dus niet geschikt
    • De levenscyclus is direct maar kan ook via regenworm
  • Verschijnselen Capillaria aerophilia
    • Asymptomatisch
    • Bij ernstige infecties wijzen de symptomen op rhinotracheitis en bronchitis
  • Protostrongyliden- Muellerius capillaris
    Kleine longworm bij kleine herkauwers
  • Voorkomen Muellerius capillaria
    • Geven zelden klachten
    • Klinische relevantie: de reeën kunnen weiden besmetten met larven en besmetting in stand houden
  • Elaphostrongylus cervi
    ”neppe” longworm bij herten
  • Voorkomen Elaphostrongylus cervi

    • Komt voor in bindweefsels rondom spieren in nek, schouders, flanken en lendenen
    • Ook gevonden in CZS
    • Via bloedstroom komen de eieren terecht in de longen en kunnen de larven weer worden opgehoest
  • Verschijnselen Elaphostrongylus cervi
    • Symptomen zwaardere infecties: achterpoot verlamming, chronische verzwakking en pneumonie
  • Respiratoire klachten hoeft niet per se door longwormen, denk aan Elaphostrongylus cervi en Angiostrongylus vasorum. Blaaswormen van Echinococcus granulosus in long die weefsel kunnen verdrukken. Migratie A. suum.