Extra, zit vetweefsel, wordt ruggenmergprik gegeven
Niet op het niveau van de hersenen
Zorgt voor bloeding bij harde klap (scheuren)
Vult met bloed als dura mater scheurt, zorgt voor enorme druk waardoor hersenen via hersenstam naar ruggenmerg
Patiënten moeten ook direct geopereerd worden (gaatje waar bloed uit kan waardoor druk niet oploopt)
Foramen vertebrale
Cranium
Ruggenmerg
31 segmenten ~ 45 cm
Dorsale wortels (sensorisch)
Ventrale wortels (motorische neuronen)
Foramina intervertebrale
Cauda equina
Functionele organisatie cellen in de witte stof
Communicatie CZS & PZS / organen
Sensibele en motorische banen in het ruggenmerg en de hersenen
Onderdelen hersenen
Cerebrum (grote hersenen)
Diencephalon
Middenhersenen
Pons
Cerebellum
Medulla oblongata
Diencephalon
Integratie bewuste & onbewuste sensorische en motorische impulsen
Thalamus ~ schakelcentrum sensorische info
Hypothalamus (hypofyse) ~ emoties, autonome functies en hormoonproductie
Epithalamus (epifyse) ~ endocrien systeem
Hersenstam (truncus cerebri)
Middenhersenen (mesencephalon) ~ verwerken info oren en ogen
Pons ~ brug tussen cerebellum en hersenstam
Medulla oblongata (verlengde merg) ~ doorgifte sensorische info aan thalamus, regulatie autonoom zenuwstelsel (RR, ademhaling, GI)
Ventrikels van de hersenen
4 interne holten
2 laterale (hemisferen)
3e ventrikel (diencephalon)
4e ventrikel pons / medulla obl.
Gevuld met vloeistof
Nog boven hersenstam
Verbinding 3 & 4
Liquor ~ schokbreker, voeding/afval/hormonen
Plexuschoreoïdus (3e & 4e ventrikel)
Circuleert ventrikels & subarachnoïdaal
Overtollig liquor in veneuze circulatie
Cerebrum (grote hersenen)
Gedachten/intellectuele functies
Cortex cerberi (grijze stof) – gyri
Centrale + laterale sulcus
Kwabben
Fissura longitudinalis
Basale kernen
Tonus skeletspieren
Coördineren van bewegingen
Nucleus caudatus
Nucleus lentiformis
Globus pallidus
Putamen
Amygdala
Hersenzenuwen
Sensibel, motorisch of gemengd
Autonome vezels
Ruggenmergzenuwen
C1 – C8
T1 - T12
L1 – L5
S1 – S5
Co1
Zenuwenplexussen – somatisch zenuwstelsel
Plexus cervicalis ~ halsspieren & diafragma
Plexus brachialis ~ schoudergordel & armen
Plexus lumbosacralis ~ bekkengordel & benen
Plexus lumbalis
n. femoralis (quadriceps)
n. obturatorius: adductoren b.been
n. femoralis cutaneus lateralis
Plexus lumbosacralis
n. ischiadicus
n. gluteus
Plexus sacralis
n. pudendus
n. ischiadicus
L4-S3 (plexus lumbosacralis)
Splitsing superieur van de fossa poplitea
n. tibialis
n. peroneus communis
n. peroneus superficialis (laterale compartiment)
n. peroneus profundus (anterieure compartiment)
Parasympathische zenuwstelsel
Preganglionaire neuronen vanuit de hersenstam (oculomotorius, fascialis glossopharyngeus en vagus) en het sacrale ruggenmerg (S1 – S4) verbonden met het doelorganen (terminaal ganglion)
Sommige mensen kunnen een beetje aansturen
Bv zwemmen in heel koud water (normaal geen controle meer wnn in koud water vallen)
Sympathische zenuwstelsel
Preganglionaire neuronen zijn vanuit het ruggenmerg T1 – L2 via postganglionaire (perifere ) neuronen verbonden met somatische structuren (huid) en viscerale organen
Effecten AZS
Niet bij stress van zenuwen
Het oog – extrinsieke oogspieren
6 oogspieren
Dorsale kolom (sensibel)
geleidt sterk gelokaliseerde gewaarwordingen van fijne aanraking, druk, trilling en proprioceptie naar de primaire sensorische cortex
Spinothalamische baan (sensibel)
geleidt slecht gelokaliseerde gewaarwordingen van aanraking, druk, kpijn en temperatuur naar de primaire sensorische cortex
Spinocerebellaire baan (sensibel)
geleidt proprioceptieve info omtrent de posities van spieren, beenderen en gewrichten naar de schors van het cerebellum
Cortispinale baan (motorisch)
bewuste aansturing van skeletspieren in het gehele lichaam
Mediale en laterale banen (motorisch)
onbewuste regeling van tonus skeletspieren, reguleert reflectorische skeletspierreacties aan de hand van info van het evenwichtsorgaan en in reactie op sterke gezichts- of gehoorprikkels
Longitunale fissuur
scheiding tussen beide hemisferen
Intraventriculair foramen
verbinding tussen laterale ventrikels en 3e ventrikel