Zenuwstelsel en algemene zintuigen

Cards (63)

  • Centraal zenuwstelsel (CZS)

    • Hersenen en ruggenmerg
    • Verwerkt sensorische informatie
    • Geeft Impulsen aan spieren
    • Hogere functies (intelligentie, geheugen & emoties)
  • Perifeer zenuwstelsel
    • Afferente gedeelte
    • Efferente gedeelte
  • Onderdelen perifeer zenuwstelsel
    • Somatische zenuwstelsel (skeletspieren)
    • Autonoom zenuwstelsel (parasympathisch)
    • Van organen naar CZS
    • Van CZS naar doelorganen
    • Onwillekeurig
    • Centraal & perifeer zenuwstelsel
    • Continu vraag welke van de twee overheerst
  • Hersen- en ruggenmerg vliezen
    • Stabiliteit CZS
    • Absorberen schokken
    • Voeding & O2
    • Bekleden de hersenzenuwen en ruggenmergszenuwen
  • Lagen hersen- en ruggenmerg vliezen
    • Epidurale ruimte (alleen bij het ruggenmerg)
    • Dura mater = buitenste deklaag CZS / 2 lagen
    • Subdurale ruimte
    • Arachnoïdea
    • Subarachnoïdale ruimte (cerebrospinale vloeistof)
    • Pia mater, bloedvoorziening hersenschors
    • Van buiten naar binnen
    • Extra, zit vetweefsel, wordt ruggenmergprik gegeven
    • Niet op het niveau van de hersenen
    • Zorgt voor bloeding bij harde klap (scheuren)
    • Vult met bloed als dura mater scheurt, zorgt voor enorme druk waardoor hersenen via hersenstam naar ruggenmerg
    • Patiënten moeten ook direct geopereerd worden (gaatje waar bloed uit kan waardoor druk niet oploopt)
  • Foramen vertebrale
    • Cranium
    • Ruggenmerg
    • 31 segmenten ~ 45 cm
    • Dorsale wortels (sensorisch)
    • Ventrale wortels (motorische neuronen)
    • Foramina intervertebrale
    • Cauda equina
  • Functionele organisatie cellen in de witte stof

    • Communicatie CZS & PZS / organen
    • Sensibele en motorische banen in het ruggenmerg en de hersenen
  • Onderdelen hersenen
    • Cerebrum (grote hersenen)
    • Diencephalon
    • Middenhersenen
    • Pons
    • Cerebellum
    • Medulla oblongata
  • Diencephalon
    • Integratie bewuste & onbewuste sensorische en motorische impulsen
    • Thalamus ~ schakelcentrum sensorische info
    • Hypothalamus (hypofyse) ~ emoties, autonome functies en hormoonproductie
    • Epithalamus (epifyse) ~ endocrien systeem
  • Hersenstam (truncus cerebri)
    • Middenhersenen (mesencephalon) ~ verwerken info oren en ogen
    • Pons ~ brug tussen cerebellum en hersenstam
    • Medulla oblongata (verlengde merg) ~ doorgifte sensorische info aan thalamus, regulatie autonoom zenuwstelsel (RR, ademhaling, GI)
  • Ventrikels van de hersenen

    • 4 interne holten
    • 2 laterale (hemisferen)
    • 3e ventrikel (diencephalon)
    • 4e ventrikel pons / medulla obl.
    • Gevuld met vloeistof
    • Nog boven hersenstam
    • Verbinding 3 & 4
    • Liquor ~ schokbreker, voeding/afval/hormonen
    • Plexus choreoïdus (3e & 4e ventrikel)
    • Circuleert ventrikels & subarachnoïdaal
    • Overtollig liquor in veneuze circulatie
  • Cerebrum (grote hersenen)
    • Gedachten/intellectuele functies
    • Cortex cerberi (grijze stof) – gyri
    • Centrale + laterale sulcus
    • Kwabben
    • Fissura longitudinalis
  • Basale kernen
    • Tonus skeletspieren
    • Coördineren van bewegingen
    • Nucleus caudatus
    • Nucleus lentiformis
    • Globus pallidus
    • Putamen
    • Amygdala
  • Hersenzenuwen
    • Sensibel, motorisch of gemengd
    • Autonome vezels
  • Ruggenmergzenuwen
    • C1C8
    • T1 - T12
    • L1L5
    • S1S5
    • Co1
  • Zenuwenplexussen – somatisch zenuwstelsel

    • Plexus cervicalis ~ halsspieren & diafragma
    • Plexus brachialis ~ schoudergordel & armen
    • Plexus lumbosacralis ~ bekkengordel & benen
  • Plexus lumbalis
    • n. femoralis (quadriceps)
    • n. obturatorius: adductoren b.been
    • n. femoralis cutaneus lateralis
  • Plexus lumbosacralis
    • n. ischiadicus
    • n. gluteus
  • Plexus sacralis
    n. pudendus
  • n. ischiadicus
    • L4-S3 (plexus lumbosacralis)
    • Splitsing superieur van de fossa poplitea
    • n. tibialis
    • n. peroneus communis
    • n. peroneus superficialis (laterale compartiment)
    • n. peroneus profundus (anterieure compartiment)
  • Parasympathische zenuwstelsel
    • Preganglionaire neuronen vanuit de hersenstam (oculomotorius, fascialis glossopharyngeus en vagus) en het sacrale ruggenmerg (S1 – S4) verbonden met het doelorganen (terminaal ganglion)
    • Sommige mensen kunnen een beetje aansturen
    • Bv zwemmen in heel koud water (normaal geen controle meer wnn in koud water vallen)
  • Sympathische zenuwstelsel
    Preganglionaire neuronen zijn vanuit het ruggenmerg T1 – L2 via postganglionaire (perifere ) neuronen verbonden met somatische structuren (huid) en viscerale organen
    • Effecten AZS
    • Niet bij stress van zenuwen
  • Het oog – extrinsieke oogspieren

    6 oogspieren
  • Dorsale kolom (sensibel)
    • geleidt sterk gelokaliseerde gewaarwordingen van fijne aanraking, druk, trilling en proprioceptie naar de primaire sensorische cortex
  • Spinothalamische baan (sensibel)
    • geleidt slecht gelokaliseerde gewaarwordingen van aanraking, druk, kpijn en temperatuur naar de primaire sensorische cortex
  • Spinocerebellaire baan (sensibel)
    • geleidt proprioceptieve info omtrent de posities van spieren, beenderen en gewrichten naar de schors van het cerebellum
  • Cortispinale baan (motorisch)
    • bewuste aansturing van skeletspieren in het gehele lichaam
  • Mediale en laterale banen (motorisch)
    • onbewuste regeling van tonus skeletspieren, reguleert reflectorische skeletspierreacties aan de hand van info van het evenwichtsorgaan en in reactie op sterke gezichts- of gehoorprikkels
  • Longitunale fissuur
    • scheiding tussen beide hemisferen
  • Intraventriculair foramen
    • verbinding tussen laterale ventrikels en 3e ventrikel
  • Aquaeductus cerebri
    • verbinding tussen 3e en 4e ventrikel
  • Cerebrospinale vloeistof
    • uitscheiden via granulationes arachnoideales
  • Kwabben van grote hersenen
    • frontaalkwab
    • temporaalkwab
    • pariëntaalkwab
    • occipitaalkwab
  • Extra onderdelen cerebrum
    • primaire motorische schors: precentrale gyrus
    • centrale sulcus
    • primaire sensorische schors: postcentrale gyrus
    • laterale sulcus
    • visuele cortex: ligt in occipitaalkwab
  • N olfaxtorius (I)
    • speciaal sensibel
    • reukepitheel => ruiken
  • N opticus (II)
    • speciaal sensibel
    • netvlies van oog => zien