Hoofdstuk 9 SP

Cards (33)

  • Wat gebeurt er als mensen samen leven?
    Onstaan persoonlijke relaties en sociale groepen
  • 2criteria van Merton
    1. Al dan niet gemeenschappelijke waarden 2. Al dan niet interactie
  • Geef de 4 groepstypen
    groep, samenzijn, collectiviteit, sociale categorie
  • Sociale structuur
    Verzameling van sociale groepen en hun onderlinge relaties
  • Definitie sociale structuur?
    De verzameling van alle geordende relaties en kan gezien worden als een vorm van georganiseerd samenleven
  • Sociale positie
    Onze plaats binnen de groep of samenleving
  • Sociale positie kan:

    • Toegewezen of verworven / levenslang of tijdelijk
  • Sociale positie kan verschillen tussen verschillende groepen
  • Positieset= geheel van sociale posities die je inneemt in verschillende groepen
  • Wat betekent verworven
    Een positie die je krijgt na eigen inspanning
  • Wat betekent toegewezen
    Een positie die je vanzelf krijgt
  • Definitie Sociale rollen
    Aan sociale posities gekoppeld en zijn de verwachtingen die rolpartners hebben over je invullende positie
  • Wat is sociale controle?
    Dit betekent of je gedrag overeenkomt met je sociale rol dit kan informeel of formeel zijn
  • Rolgedrag
    Gedrag dat je op basis van positie en rol stelt
  • Rolmodel
    Voorbeeld aan anderen voor invulling van sociale rol, kennen we meestal niet persoonlijk
  • Rolmodel tot wat kan dit leiden
    Positief of negatief rolgedrag
  • Rolpatronen?

    verwachtingen tegen over sociale posities die zijn meestal diepgeworteld, stereotiep, veranderen niet of nauwelijks
  • Wat is Machtstrijd?
    Wanneer partners in een relatie het oneens zijn over de sociale regels. Kan leiden tot verandering rollen. Trend naar mannen die zich vrouwelijk gedragen en vrouwen die zich mannelijk gedragen: de maatschappij verandert
  • Wat is Emancipatie
    Sommigen gaan in tegen gangbare normen en verwachtingen waardoor ze zich ontdoen van een bepaald rolpatronen het is een strijd voor gelijke behandeling en gelijke rechten
  • Wat is een rolconflict
    Tegenstrijdige rolverwachtingen ter attentie van sociale posities dit kan intern zijn: verbonden aan 1 sociale positie of extern: verbonden aan 2 sociale posities
  • Rolverwarring
    Niet weten hoe je te gedragen omdat je niet kunt kiezen uit passend rolgedrag
  • Sociale status
    Waardering van anderen voor een sociale positie dit is verbonden aan elke sociale positie
  • Hoe hoger de sociale positie, hoe groter de kans om macht uit te oefenen
  • Sociaal aanzien
    erkenning vervullen sociale rol
  • gelaagde of gestratificeerde samenleving
    Groepen ingedeeld in lagen
  • Hiërarchie/ maatschappelijke rangorde
    Tussen deze lagen is er ongelijkheid
  • Deze factoren bepalen sociale stratificatie:
    • Leeftijd
    • geslacht
    • migratiegeschiedenis
    • gezondheid
    • burgerlijke staat
    • socio-economische status
    • opleidingsniveau
  • Uit welke dingen bestaat opleidingsniveau
    • Beroep
    • inkomen
    • aanzien
  • Meritocratische samenleving
    Iedereen kan naar een hogere klasse
  • Sociale mobiliteit
    Bewegen tussen sociale posities: ze kunnen van lagen veranderen
  • Gesloten samenleving
    Niet veranderen van sociale positie, ligt vanaf geboorte vast
  • Open samenleving
    Vlot stijgen of dalen naar andere sociale positie
  • 4 soorten sociale mobiliteit
    • Horizontale mobiliteit
    • Verticale mobiliteit
    • intragenerationele mobiliteit
    • intergenerationele mobiliteit