frans Rallye (p.220-222)

• occupé(e) = bezet/ niet vrij
• accepter = aanvaarden
• expliquer = uitleggen
• au bout de = op het eind van
• avec grand plaisir = met veel plezier
• de rien = graag gedaan
• désolé = sorry/ het spijt me
• il n'y a pad de quoi = graag gedaan
• jus qu'a = tot aan
• tout à fait = inderdaad
• tout prés = dichtbij
• volontiers = graag
• le centre (-ville) = het (stad) centrum
• le parc = het park
• le parking = de parking
• le quartier = de wijk
• la gare = het station
• la grand- place = de grote markt
• la place = het plein, de (markt) plaats
• le boulevard = brede laan
• le carrefour = het kruispunt
• le chemin = de weg
• le coin = de hoek
• les feux = de verkeerslichten