anatomie

• Immuunsysteem


  • Bescherming tegen pathogenen
  • Verwijdering van afwijkende cellen
  • Handhaven van homeostase

  
• Pathogenen


  Schadelijke micro-organismen, virussen en andere vreemde stoffen
• Antigenen


  Kleine stukjes van micro-organismen en virussen waartegen het immuunsysteem reageert

  
• Celherkenning


  Celmembraan is cruciaal voor het herkennen van verschil tussen eigen en vreemde antigenen

  
• Types pathogenen


  • Meercellige parasieten
  • Protozoa
  • Schimmels
  • Prokaryoten
  • Virussen

  
• Bloed


  • Totale hoeveelheid: Ongeveer 5 liter
  • Plasma: 55% van het bloed
  • Bloedlichaampjes: 45% van het bloed
• Centrifugatie


  Proefbuis met bloed snel rondgedraaid om de zwaarste deeltjes naar buiten te drukken
• Plasma


  92% water, 8% opgeloste stoffen en ionen
• Opgeloste stoffen in plasma

  • Fibrinogeen
  • Hormonen
  • Antilichamen
  • Enzymen
  • Vitaminen
  • Voedingsstoffen
  • Afvalstoffen
• Rode bloedcellen


  Transport van zuurstof en een deel van de CO2
• Witte bloedcellen


  Beschermen tegen ziekteverwekkers en ruimen afvalstoffen en afwijkende cellen op
• Typen witte bloedcellen


  • Granulocyten
  • Lymfocyten
  • Monocyten
• Bloedplaatjes


  Belangrijk voor bloedstolling
• Witte bloedcellen verlaten bloedbaan


  1. Hechten zich vast aan bloedverwand

  2. Herschikken hun cytoskelet

  3. Vormen schijnvoetjes rond pathogeen

  4. Pathogeen wordt opgenomen (Fagocytose)
• Lymfevorming


  Weefselvocht ontstaat door bloeddruk in haarvaten, overschot komt in lymfecapillairen terecht

  
• Lymfevaten


  Lymfecapillairen beginnen tussen de cellen, vloeien samen in grotere lymfevaten, afvoer van weefselvocht terug naar bloedbaan
• Lymfeorganen


  • Lymfeknopen
  • Milt
  • Thymus
• Vorming van weefselvocht


  1. Vloeistof en opgeloste stoffen worden door bloeddruk vanuit haarvaten naar buiten geduwd

  2. Weefselvocht stroomt tussen de cellen en wisselt stoffen uit
• Spontaan watertransport terug naar de bloedbaan

  Eiwitconcentratie in haarvaten neemt toe, osmose zuigt water terug de bloedbaan in
• Vorming van lymfe


  Overtollig weefselvocht komt in de lymfecapillairen terecht en wordt lymfe

  
• Eerste Afweerlinie


  Aangeboren, Niet-specifiek
• Onderdelen eerste afweerlinie


  • Fysische barrière
  • Chemische barrière
  • Mechanische barrière
  • Microbioom
• Tweede Afweerlinie


  Witte bloedcellen en niet-specifieke respons
• Onderdelen tweede afweerlinie


  • Fagocytose
  • NK-cellen
  • Chemotaxis
  • Ontstekingen en koorts
• Ontsteking


  Beperken de verspreiding en vermenigvuldiging van pathogenen
• Regeneratie


  Herstel van beschadigd weefsel door vorming van littekenweefsel
• Koorts


  Lichaamstemperatuur hoger dan normaal, voordelen: snellere bloedcirculatie, meer fagocytose, hoger metabolisme, energiebesparing
• Derde Afweerlinie


  Specifieke afweer
• Kenmerken specifieke afweer


  • Uniek
  • Geheugeneffect
  • Verworven
  • Immuniteit
• Soorten specifieke afweer


  • Cellulaire afweer (door T-lymfocyten)
  • Humorale afweer (door B-lymfocyten)
• Antigeenpresentatie en activering


  1. APC neemt pathogeen op en presenteert antigenen

  2. APC produceert cytokinen om T-helperlymfocyten aan te trekken en te activeren

  3. T-helperlymfocyten binden aan antigenen op APC

  4. Geactiveerde T-helperlymfocyten geven cytokinen af die cellulaire en humorale afweer stimuleren

  
• Cellulaire immuniteit


  1. Vermenigvuldiging van T-helperlymfocyten

  2. Vorming van T-geheugenlymfocyten

  3. Activering van cytotoxische T-lymfocyten

  4. Celperforatie door cytotoxische T-lymfocyten

  5. Opruiming van geïnfecteerde cellen door fagocyten

  
• APC


  Functioneert als een alarmsignaal voor het immuunsysteem
• Productie van Cytokinen


  APC produceert cytokinen om T-helperlymfocyten aan te trekken en te activeren

  
• Binding van T-helperlymfocyten


  1. helperlymfocyten binden aan de antigenen op de APC

  
• Cytokine-afgifte


  Geactiveerde T-helperlymfocyten geven cytokinen af, die zowel de cellulaire als humorale afweer stimuleren
• Vermenigvuldiging van T-helperlymfocyten


  1. helperlymfocyten delen zich en vormen nieuwe T-helperlymfocyten en T-geheugenlymfocyten
• Vorming van T-geheugenlymfocyten


  1. geheugenlymfocyten blijven aanwezig voor een snellere reactie bij herinfectie
• Activering van Cytotoxische T-lymfocyten


  1. helperlymfocyten activeren cytotoxische T-lymfocyten via cytokinen

  
• Celperforatie


  Cytotoxische T-lymfocyten doden geïnfecteerde cellen en tumorcellen door celperforatie