ademhalingsstelsel

Cards (112)

  • Ademhalingsstelsel
    • De longen nemen de grootste plaats in, in de thoraxruimte
    • Overblijvende ruimt is mediastinum
  • In het mediastinum zitten structuren die niets te maken hebben met het ademhalingsstelsel
  • Op andere plaatsen in het lichaam zitten structuren die hier wel toe behoren
  • Neusholte (cavum nasi) – pharynxlarynx
    1. Neusholte
    2. Pharynx
    3. Larynx
  • Septum nasi ligt op de middellijn in het sagitale vlak
  • Conchae nasales
    • Suprema
    • Superior
    • Media
    • Inferior
  • Conchae nasales
    • Dorsaal in de neusholte
    • Oorsprong: laterale zijde van de neusholte
    • Worden van boven naar onder groter
    • Inferior is de grootste
  • Trilhaarepitheel
    • Bekleedt de binnenwand van de neusholte
    • Secreteert slijm
  • Pharynx
    Ruimte dorsaal van de neus- en mondholte
  • Pharynx
    • Nasopharynx
    • Oropharynx
  • Nasopharynx
    Ruimte achter neus
  • Oropharynx
    Ruimte achter mond
  • Links en rechts in de nasopharynx zijn er openingen = Uitmondingen buis van Eustachius (tuba auditiva)
  • In de nasopharynx zijn openingen tussen de conchae = uitmonding traanafvoer
  • De larynx ligt caudaal van de pharynx
  • Op het niveau van de larynx kruisen de luchtweg en de eetweg zich
  • De lucht (van de neus) gaat naar de trachea
  • Voedsel gaat naar de slokdarm
  • De trachea ligt ventraal van de slokdarm
  • Epiglottis
    • Strottenklepje voorkomt verslikking en dat het eten in de luchtpijp terechtkomt
    • Spatelvormige kraakbeenplaat
    • Ventraal vastgehecht aan schildkraakbeen
    • Klapt dorsaal over de larynxopening bij slikken
  • Stembanden
    • Valse = plica vestibularis
    • Echte = plica vocalis
  • De stembanden zijn laterale uitstulpingen van de mucosa van de larynx in het lumen
  • Tussen de stembanden is een spleet
  • Uitgeademde luchtstroom door de spleet veroorzaakt klank
  • Stembanden bewegen door spieren
  • Vorming klinkers en medeklinkers gebeurt in de resonantieruimte boven de stembanden
  • Schildkraakbeen
    • Cartilago thyroidea = thyroid
    • Ventraal in de larynx
  • De schildklier ligt ventraal en caudaal van het schildkraakbeen
  • De schildklier heeft 2 lobben die in het midden verbonden zijn door de isthmus
  • 4 parathyroid kliertjes liggen dorsaal van de schildklier
  • Cartilago cricoidea
    • Cricoid
    • Onder thyroid
    • Kraakbeenring op de eerste trachearing
  • Al deze structuren behalve de schildklier zijn omringd door spieren
  • De spieren hebben een functie bij het slikken en het spreken
  • Adamsappel
    Uitsteeksel van schildkraakbeen naar ventraal
  • De adamsappel is te palperen op niveau C4
  • Het cricoid kraakbeen is te palperen op niveau C6
  • De schildklier is normaal niet te palperen
  • De schildklier is te palperen op niveau C5 - T1
  • Trachea
    • Caudaal van de larynx
    • Hoefijzervormige kraakbeenringen
    • Open aan dorsale zijde
    • Afgesloten door membraan glad spierweefsel
    • +/- 17 ringen
    • Vorming buis
  • De trachea splitst zich ter hoogte van T4-T5 in 2 hoofdbronchi