Obesitas - tekst

Cards (55)

  • Nutritionele Pathologie (Obesitas en gerelateerd aandoeningen)
    Pathologische processen gerelateerd aan voeding, met name obesitas en bijkomende aandoeningen
  • Prof. Dr. B. Lapauw, Dienst Endocrinologie, UZ Gent
  • Welk pathogenetisch mechanisme zal besproken worden?
    1. Het ontstaan van obesitas
    2. Het ontstaan van obesitas gerelateerd aandoeningen zoals non-alcoholic fatty liver disease, type 2 diabetes en atherosclerose
  • Obesitas
    Een lichaamsgewicht boven het acceptabele of wenselijke, normaliter ten gevolge van te veel lichaamsvet. De standaard kan variëren met leeftijd, geslacht, genetische of culturele achtergrond. Een Body Mass Index van 30 kg/m² wordt beschouwd als obesitas.
  • Non-alcoholic fatty liver disease
    Lipiden infiltratie in hepatisch parenchym in de vorm van triglyceriden. Non-alcoholic fatty liver disease is een gevolg van een disbalans in het vetzuurmetabolisme.
  • Type 2 diabetes mellitus

    Wordt initieel gekarakteriseerd door insuline resistentie en hyperinsulinemie, nadien door glucose intolerantie en hyperglycemie.
  • Atherosclerose
    Een verdikking en verlies van elasticiteit van arteriële bloedvaten en kan leiden tot cardiovasculaire incidenten
  • Obesitas is een wereldwijde epidemie geworden. Volgens de WHO (World Health Organisation) is de prevalentie verdrievoudigd in diverse landen van de Europese Unie sinds 1980, en is het aantal patiënten persisterend stijgend, met name bij kinderen. Voor het eerst wordt een afname in levensverwachting voorspeld ten gevolge van obesitas-gerelateerde aandoeningen. In België ligt de prevalentie van obesitas tussen de 10 à 15%, en wordt met name gezien bij 55 tot 75 jarigen.
  • Risicofactoren voor optreden
    • Sedentaire levensstijl
    • Ongezonde en onregelmatige voeding
  • Behalve dat het toegenomen gewicht veelal tot psychische klachten en klachten van het bewegingsapparaat kan leiden, geven de obesitas-gerelateerde aandoeningen non-alcoholic fatty liver disease, type 2 diabetes en atherosclerosis veelal pas laattijdig aanleiding tot klachten of symptomen.
  • Non-alcoholic fatty liver disease kan bijvoorbeeld te zijner tijd bij een beperkt aantal patiënten evolueren naar steatohepatitis en uiteindelijk zelfs naar cirrose. Niet-gediagnostiseerde type 2 diabetes kan jaren bestaan met aspecifieke klachten en kan uiteindelijk aanleiding geven tot extreme hyperglycemie, dehydratie en een verminderd bewustzijn. Atherosclerose kan bijvoorbeeld resulteren in een myocardinfarct of claudicatio intermittens.
  • In het algemeen neemt obesitas toe tenzij grondige maatregelen. Hetzelfde geldt voor de beschreven complicaties.
  • Body Mass Index (BMI)
    Gewichtsklassificatie op basis van lichaamsgewicht en lengte. Een BMI van 30 kg/m² of hoger wordt beschouwd als obesitas.
  • Laboratoriumdiagnostiek
    • Non-alcoholic fatty liver disease: leverenzymen, bilirubine, albumine, PT INR, (experimenteel: N-glycosylatie patronen)
    • Type 2 diabetes: herhaalde glycemiewaarden, bijvoorbeeld nuchter of na een Orale Glucose Tolerantie Test (OGTT), hemoglobine A1c (HbA1c)
    • Atherosclerose: Lipidenprofiel
  • Beeldvorming
    • Non-alcoholic fatty liver disease: echografie van abdomen, fibroscan, NMR (Nuclear Magnetic Resonance)
    • Atherosclerose: Echocardiografie, Cardiale SPECT (Single Photon Emission Computed Tomography)
  • Andere diagnostische technieken
    • Non-alcoholic fatty liver disease: leverbiopsie en histologische diagnose
    • Atherosclerose: cyclo-ergometrie, doppleronderzoek, coronaro- en angiografie, CT coronairen, coronaire calcium score
  • Pathogenetische mechanismen
    1. Disbalans energiehuishouding
    2. Verslavingsgedrag en chronische stress?
  • Disbalans energiehuishouding
    Obesitas wordt veroorzaakt door een excessieve calorie-intake ten opzichte van de energie-expenditure gedurende lange periode. De 'energie-balans' van het lichaam raakt verstoord door een complexe interactie tussen genetische factoren (±40%) en omgevingsfactoren.
  • De dagelijke energie uitgave (Totale Energie-Expenditure = TEE) bestaat uit; 1) Resting Energy Expenditure (REE, ±70% van TEE), 2) Energy expended door fysische activiteit (±20% van TEE) en, 3) Nonexercise activity thermogenesis (NEAT, ±10% van TEE). De REE is de energie nodig voor normale cellulaire en orgaanfunctie in rust en de NEAT is de energie nodig voor digestie, absorptie van voedsel en activitatie van het sympatische zenuwstelsel na de maaltijd.
  • Mensen die niet tot verhoging van NEAT in staat zijn hebben een toegenomen kans op obesitas bij te hoge calorie-intake. Er lijkt verder een kleine reductie in NEAT (±75 kcal/dg) te zijn bij obesitas in vergelijking met mensen met een normale BMI. Deze verminderde energie-uitgave na de maaltijd wordt in verband gebracht met insulineresistentie en gestoorde sympatische activiteit bij obesitas.
  • Een gewichtsreductie door dieet normaliter gevolgd wordt door een reductie in REE, waardoor het lichaamsgewicht weer toeneemt. Dit is één van de mechanismen die de 'set-point' theorie ondersteunt; de idee dat lichaamsgewicht zoveel mogelijk 'constant' gehouden wordt door diverse geïntegreerde neuro-hormonale processen.
  • Biologisch onderzoek naar de controle van voedselinname toont gemeenschappelijke neurologische pathways betrokken bij voedselinname en verslavingsgedrag, evenals een rol voor chronische stress in de ontwikkeling van obesitas.
  • niet bij iedereen gebeurd. Mensen die niet tot verhoging van NEAT in staat zijn hebben een toegenomen kans op obesitas bij te hoge calorie-intake
  • Er lijkt verder een kleine reductie in NEAT (±75 kcal/dg) te zijn bij obesitas in vergelijking met mensen met een normale BMI
  • Deze verminderde energie-uitgave na de maaltijd wordt in verband gebracht met insulineresistentie en gestoorde sympatische activiteit bij obesitas
  • Een gewichtsreductie door dieet normaliter gevolgd wordt door een reductie in REE, waardoor het lichaamsgewicht weer toeneemt
  • Dit is één van de mechanismen die de 'set-point' theorie ondersteunt; de idee dat lichaamsgewicht zoveel mogelijk 'constant' gehouden wordt door diverse geïntegreerde neuro-hormonale processen
  • Voedseldeprivatie doet gevoeligheid voor drugmisbruik toenemen
  • Vermoedelijk beïnvloedt voedseldeprivatie expressie van genen betrokken in dezelfde hersenregio's (voedsel & drugabuse)
  • In proefdiermodellen wordt aangetoont dat voedseldeprivatie resulteert in toename van genen betrokken bij de stress response zoals corticosterone
  • Corticosterone versterkt voedsel zoekend gedrag
  • Langdurige stress zou op die manier relevant kunnen zijn voor pathologische voedselinname
  • Leptine
    Dient als feedback signaal van vetcellen naar het centraal zenuwstelsel voor regulatie van voedselinname, energie homeostase en vetopslag
  • Genetische afwijkingen met betrekking tot leptine blijken bij mensen echter extreem zeldzaam maar bevestigen wel het belang van deze adipokine
  • In Pakistan werd bij twee extreem obese verwanten homozygotie voor een single nucleotide deletie op positie 398 van het leptine gen vastgesteld
  • Deze mutatie resulteert in een premature terminatie van de leptine synthese
  • Een behandeling met leptine resulteerde in belangrijk gewichtsverlies
  • Bij drie extreem obese zusters met sterk gestegen leptine werd homozygotie voor een single nucleotide substitution at the splice site of exon 16 van het leptin receptor gen vastgesteld
  • Deze mutatie resulteerde in een onvolledige receptor
  • De zusters toonden verder hypogonadotroop hypogonadisme, groei achterstand en secundaire hypothyroidie