2.1

• Alpen


  Het belangrijkste gebergte van Europa, dat zich in een boog uitstrekt van de Golf van Genua naar Wenen en een scheidingsmuur vormt tussen Noord- en Zuid-Europa
• Ontstaan van de Alpen


  1. 100 miljoen jaar geleden lag er een enorme tropische zee

  2. Dode resten van planten en dieren zonken naar de zeebodem en vormden dikke lagen sedimentgesteenten

  3. Endogene krachten braken de aardkorst in een aantal schollen of platen

  4. De platen begonnen zich te bewegen en botsten op elkaar

  5. De plaat waarop Afrika ligt, begon ongeveer 30 miljoen jaar geleden naar het noorden te bewegen en duwde de sedimentgesteenten voor zich uit

  6. Het gesteente werd geplooid en vormde de bergen van de Alpen
• De Alpen zijn een plooiingsgebergte
• Andere geplooide bergketens in Europa-zoals de Sierra Nevada en de Pyreneeën in Spanje, de Apenniner in Italie en de Karpatan in Oost-Europa-zijn in dezelfde tijd ontstaan
• Het zijn allemaal hooggebergten de meeste toppen zijn er hoger dan 1.500 m
• Verwering


  Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van het weer en de plantengroei
• Hoewel ze al 30 miljoen jaar geleden zijn gevormd, zijn de Alpen een jong gebergte
• Jonge gebergten


  • Hoog en hebben steile helingen, spitse bergtoppen en diepe dalen
• Oude gebergten


  • Gekenmerkt door flauwe hellingen en afgeronde toppen en zijn veel lager
• De oorzaak hiervan zijn exogene krachten. Deze zorgen ervoor dat in de loop van miljoenen jaren de harde gesteenten van de bergen langzaam worden afgesleten
• Rotsblokken verbrokkelen op de lange duur tot grind. Grind vergruist verder en eindigt ten slotte als zand en klei
• Kenmerkend voor verwering is dat het afgebroken gesteente ter plekke blijft liggen