Op basis van 3 criteria: het wel of niet hebben van granula en de kleur, kernvorm: rond- of segmentkernig, locatie: in bloed of weefsels
Andere benaming voor segmentkernig
Polymorfkernig (PMK)
Welke granulocyten hebben duidelijke diersoortverschillen
Eosinofielen
Granulopoëse
Meeste klinische relevantie, in beenmerg, myeloblast--> promyelocyt (eerste granula)--> myelocyt (duidelijk wordt welke granulocyt het wordt) --> metamyelocyt--> staafkernige granulocyt--> segmentkernige granulocyt
Er zijn maar een paar staafkernige granulocyten nodig om de neutrofiele granulocyten aantal bij te benen
Vermeerderings- of proliferatiepool
Myeloblast, promyelocyt, myelocyt en vroege metamyelocyt, kunnen nog vermeerderen, komen in normale situatie niet voor in bloedbaan, alleen in beenmerg
Opslag en rijpingspool
Late metamyelocyt, staafkernige granulocyt en segmentkernige granulocyt, als er heel noodzaak is, kunnen deze cellen alvast op weg worden gestuurd
Monopoëse
Myeloblast-->monocyt, als de monocyt eenmaal in de bloedbaan terecht komt heet hij een macrofaag
Lymfopoëse
Lymfoblast-->lymfocyt, een lymcofyt kan naar de thymus om T-lymfocyt te worden en naar de lymfoïdeorganen om een B-lymfocyt te worden, een plasmacel is wel te onderscheiden
Compartimenten lymfocyten
Beenmerg, bloedbaan (circulerende pool en marginale pool), weefsels
Leukopenie
Te weinig witte bloedcellen, oorzaken: verstoring leukopoëse (primair: aandoening beenmerg zelf, secundair: iets wat het beenmerg aanstuurt werkt niet meer), actieve ontsteking