begrippen

Cards (18)

  • bourgeoisie = groep van rijke burgers
  • industrialisatie = uitbereiding van de industrie
  • industrieel kapitalisme = kapitalisme waarin ondernemers in de industrie de leiding hebben
  • industriële revolutie = ingrijpende verandering in de productiemethoden waarbij handarbeid wordt vervangen door machines
  • industriële samenleving = samenleving waarin meer dan de helft van de bevolking in de steden woont en de meesten mensen werken in de industrie en diensten
  • moderne tijd = 5e periode 1800-heden
  • sector = deel van de economie zoals de landbouwsector industriesector en dienstensector
  • tijd van de burgers en stoommachines = 8e tijdvak 1800-1900
  • eerste kamer = deel van de staten-generaal
  • kabinet (=ministerraad) = gezamenlijke ministers
  • liberaal = iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
  • minister-president = eerste minister premier regeringsleider
  • parlementaire democratie = bestuurssysteem waarin de regering afhankelijk is van het parlement dat met algemeen kiesrecht is gekozen
  • parlementair stelsel = bestuurssysteem waarin het parlement de hoogste macht heeft
  • provinciale staten = volksvertegenwoordiging in de provincie
  • regeringsleider = aanvoerder van de regering
  • staatshoofd = persoon met het hoogste gezag in de staat
  • tweede kamer = deel van de staten-generaal waarvan de leden door burgers zijn gekozen