Levensgemeenschap: alle populaties in een bepaald gebied samen
Abiotische factoren: alle invloeden uit de levenloze omgeving
Biotische factoren: de organismen van een levensgemeenschap en alle invloeden dat ze daarop uitoefenen
Abiotische factoren zijn van invloed op de soortensamenstelling in een gebied: de verschillende soorten (eukaryoten, prokaryoten) die in het gebied voorkomen
Het gehalte van humus is van belang in de bodem, humus is een mengsel van organische stoffe, anorganische stoffen en micro-organismen (bacteriën en schimmels)
De micro-organismen zetten organische stoffen om in anorganische stoffen
Hoe meer humus in een zandbodem, hoe beter het zand water kan vasthouden
Hoe meer humus in een kleibodem, hoe gemakke wortels en planten erin kunnen doordringen
Humus voorkomt ook uitspoeling van een anorganische naar het grondwater
Hoelang het licht is op een dag heeft invloed op de voortplanting bij planten en dieren
De enzymactiviteit is afhankelijk van de temperatuur
Tolerantie: het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen
Optimum: de waarde van een abiotische factor die het gunstigst is voor het organisme