Cards (14)

  • Habitat: leefgebied van een organisme
  • Levensgemeenschap: alle populaties in een bepaald gebied samen
  • Abiotische factoren: alle invloeden uit de levenloze omgeving
  • Biotische factoren: de organismen van een levensgemeenschap en alle invloeden dat ze daarop uitoefenen
  • Abiotische factoren zijn van invloed op de soortensamenstelling in een gebied: de verschillende soorten (eukaryoten, prokaryoten) die in het gebied voorkomen
  • Het gehalte van humus is van belang in de bodem, humus is een mengsel van organische stoffe, anorganische stoffen en micro-organismen (bacteriën en schimmels)
  • De micro-organismen zetten organische stoffen om in anorganische stoffen
  • Hoe meer humus in een zandbodem, hoe beter het zand water kan vasthouden
  • Hoe meer humus in een kleibodem, hoe gemakke wortels en planten erin kunnen doordringen
  • Humus voorkomt ook uitspoeling van een anorganische naar het grondwater
  • Hoelang het licht is op een dag heeft invloed op de voortplanting bij planten en dieren
  • De enzymactiviteit is afhankelijk van de temperatuur
  • Tolerantie: het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen
  • Optimum: de waarde van een abiotische factor die het gunstigst is voor het organisme