begrippen natuur

Cards (71)

  • geluidsgolven
    drukveranderingen die ons oor kan waarnemen
  • longitudinale golf
    de trilrichtingen van de deeltjes is evenwijdig met voorplantingsrichting van de golf
  • geluidssnelheid
    snelheid waarmee geluid zich verplaatst
  • toonhoogte
    hoe snel de drukveranderingen van een geluidsgolf elkaar opvolgen, de frequentie f of aantal cycli per seconde
  • geluidsterkte
    de maximale uitwijking van de trilling, de amplitude van de trilling
  • geluidsintensiteit
    hoeveelheid energie die per seconde door een bepaald oppervlak gaat
  • gehoordrempel
    geluid dat nog net hoorbaar is voor de mens
  • ultrasoon geluid
    toonhoogte boven 20 000 Hz
  • infrasoon geluid
    toonhoogte onder de 16 Hz
  • geluid- fonoreceptoren
    trilhaartjes die als een soort antennes geluidsprikkels opvangen
  • oorsuizingen of tinnitus
    hoor je pieptoon terwijl er in werkelijkheid geen piepend geluid is
  • elektromagnetische spectrum
    alle mogelijke golven samen
  • elektromagnetische straling
    elke straling heeft zijn eigen golflengtes en frequenties
  • zichtbaar licht
    neem je waar met je ogen
  • kleurenspectrum
    kleuren rood tot en met violet
  • wit
    als alle lichtstralen weerkaatsen
  • zwart
    alle lichtstralen absorberen
  • kleur
    als een deel van kleurenspectrum weerkaatst wordt
  • permanente magneet
    stuk metaal dat is samengesteld uit nikkel, kobalt of ijzer
  • magnetische polen
    noord- en zuidpool
  • magnetische kracht
    magneten op afstand kunnen elkaar aantrekken of afstoten, sterkst aan de polen zwakst tussen de polen
  • magnetische influentie 

    voorwerpen in de ruimte die gemaakt zijn of kobalt, nikkel of ijzer worden tijdelijk magnetisch
  • magnetisch veld
    magneten hoeven elkaar niet te raken en toch een invloed op elkaar uit te oefenen
  • elektromagneet
    voorwerp dat gemaakt is uit nikkel, kobalt of ijzer met daarrond een spoel
  • chromosomen
    per twee chromosomenparen, 1 van de moeder en 1 van de vader en een mens heeft 23 chromosomenparen
  • DNA
    erfelijke informatie, twee ketens -> spiraalvorm en dubbel helix. vier organische basen de volgorde bepaald je erfelijke informatie
  • gen
    afgebakend stukje en bestaat uit een bepaalde opeenvolging van organische basen: een code. meeste kenmerken worden niet bepaald door een gen maar door meerdere genen
  • zygote
    bevruchte eicel
  • mitose
    nieuwe cellen, ook de beschadigde en de verouderde moeten vervangen worden
  • meiose
    alleen de voorplantingscellen
  • voorplantingscellen
    mogen maar de helft van het aantal chromosomen bevatten
  • haplöide cellen 

    cellen met de helft chromosomen
  • eicel of zaadvel
    23 chromosomen
  • andere cellen in lichaam
    46 chromosomen
  • crossing-over
    tijdens meiose liggen de chromosomenparen zo dicht dat ze een stukje kunnen uitwisselen
  • geslachtschromosomen
    lichaamscellen van mens bevatten 23 chromosomenparen, 22 chromosomenparen zijn gelijk de 23ste is verschillend bij man en vrouw ( vrouw XY - man XX )
  • genotype
    verzameling alle erfelijke eigenschappen in je lichaam
  • fenotype
    eigenschappen die je kunt waarnemen
  • erfelijke eigenschappen
    erf je van je ouders
  • modificatie
    sommige eigenschappen kunnen veranderen door de omgeving, er verandert niet aan genotype ( kleurlenzen )