Binnen een populatie is er vaak meer concurrentie dan buiten een populatie, hierdoor wordt de selectiedruk hoog. Bij een hoge selectiedruk kwn de genetische variatie binnen een populatie kleiner worde.
De selectiedruk kan zo zwaar worden dat een populatie in een bepaald gebied uitsterft
Symbiose: het langdurig samenleven van verschillende soorten
Er zijn 3 soorten symbiose:
mutualisme: beide soorten hebben er voordeel aan
commensialisme: 1 soort heeft er voordeel aan, de andere soort heeft geen voordeel en ook geen nadeel
parasitisme: de parasiet leeft in de gastheer. De parasiet heeft een voordeel, de gastheer een nadeel
De populatiegrootte kan worden beïnvloed door:
voedselrelaties
parasitisme
concurrentie
ziekten
ze beïnvloeden de populatiegrootte door negatieve terugkoppeling: als de populatiedichtheid groter wordt krijgen de factoren die een afname van de populatie veroorzaken meer invloed. En als de populatiedichtheid kleiner wordt worden de factoren waardoor de populatie groeit belangrijker.
Het schommelen van biotische factoren noem je dynamiek
De populatiegrootte kan ook beïnvloed worden door:
geboorte: populatie neemt toe
sterfte: populatie neemt af
migratie: populatie kan toenemen door immigratie en afnemen door emigratie
Er is sprake van biologisch evenwicht als de soortensamenstelling door regulatie constant blijft
Het biologisch evenwicht kan verstoord worden als er bijvoorbeeld een populatie van een andere soort binnendringt , dit noemen we uitheems
Organismen die als gevolg van menselijk handelen terecht zijn gekomen in een ander leefgebied dan waar ze thuishoren noem je exoten
De draagkracht van een ecosysteem wordt bepaald door de maximale populatiegrootte van de verschillende populaties die zich over langere tijd in dat ecosysteem kunnen handhaven