Untitled

Cards (19)

  • Verloop van de bevruchting

    Leg het verloop van de bevruchting uit
  • Hormonale regeling van de vruchtbaarheid bij de vrouw

    Bespreek de hormonale regeling bij de vrouw aan de hand van de menstruatiecyclus
  • Menstruatiecyclus
    • De aanwezigheid van de hormonen oestrogeen, progesteron, LH en FSH varieert afhankelijk van waar een vrouw zich bevindt in haar menstruatiecyclus. De hormonenconcentraties bij de vrouw beïnvloeden zowel de aangroei en de afbraak van het baarmoederslijmvlies als de eicelrijping.
    • De concentratie FSH en oestrogeen stijgt tijdens de eicelrijping.
    • De concentratie LH piekt op de dag van de ovulatie.
    • Na de menstruatie stijgt de concentratie oestrogeen en progesteron en het baarmoederslijmvlies groeit aan.
    • Op het einde van de menstruatiecyclus daalt de concentratie oestrogeen en progesteron en breekt het baarmoederslijmvlies af.
  • Hormonale regeling bij de man
    Testosteron beïnvloedt de zaadcelproductie. De concentratie testosteron varieert weinig en de concentratie is 's ochtends het hoogst.
  • Hormonale onderdrukking (hormonale anticonceptie)

    De eicelrijping wordt onderdrukt
  • Hormonale stimulering (hormonale stimulatiekuur)

    De rijping van meerdere eicellen tijdens één menstruatiecyclus wordt gestimuleerd
  • Kunstmatige inseminatie
    Op het moment van de eisprong worden de zaadcellen via een fijn flexibel buisje hoog in de baarmoederholte gebracht. Daar zoeken ze zelf hun weg naar de eicel in de eileider.
  • IVF en ICSI
    1. Deze vruchtbaarheidsbehandelingen worden voorafgegaan door een hormonale stimulatiekuur. Wanneer de eicellen rijp zijn, worden enkele eicellen weggenomen uit de eierstokken van de vrouw. Ze worden in een petrischaal geplaatst.
    2. Bij IVF worden ook zaadcellen aan de petrischaal toegevoegd en dringt een zaadcel de eicel zelfstandig binnen. Bij ICSI zal men met een micronaald de zaadcel tot in de eicel brengen.
    3. Zowel bij IVF als ICSI wordt één embryo terug in de baarmoeder geplaatst.
  • Factoren die de vruchtbaarheid kunnen beïnvloeden
    • Leeftijd
    • Lichamelijke oorzaken
    • Kwaliteit en aanwezigheid van de voortplantingscellen
    • Gezondheidsgedrag of levensstijl
  • Innesteling
    De bevruchte eicel hecht zich vast in het baarmoederslijmvlies
  • Functie van de placenta
    Via de placenta gebeurt de stofuitwisseling tussen het embryo/de foetus en de moeder
  • Functie van het vruchtwater
    Het vruchtwater heeft een beschermende functie voor het embryo/de foetus
  • Embryonale ontwikkeling en foetale groei
    In de embryonale fase worden heel wat lichaamsdelen en organen structureel gevormd. Sommige zijn al volledig functioneel (bv.hart) op het einde van de embryonale fase. In de foetale fase zullen deze lichaamsdelen en organen verder groeien en functioneel ontwikkelen. Sommige structuren (bv. centraal zenuwstelsel, ogen, uitwendige geslachtsdelen) zullen zich ook na de geboorte nog verder ontwikkelen.
  • Factoren met positieve invloed op embryonale ontwikkeling en foetale groei
    • Voldoende lichaamsbeweging moeder
    • Gezonde voeding moeder
  • Factoren met negatieve invloed op embryonale ontwikkeling en foetale groei
    • Alcohol drinken moeder
    • Roken moeder
    • Luchtvervuiling
    • Röntgenstraling
    • Toxoplasmose
    • CMV
  • Verloop van de geboorte
    1. Ontsluitingsfase
    2. Uitdrijvingsfase
    3. Nageboorte
  • Ontsluitingsfase
    De baarmoedermond wordt langzaam maar zeker opgerekt
  • Uitdrijvingsfase
    De baby wordt via de baarmoedermond en de vagina naar buiten geduwd
  • Nageboorte
    Nadat de baby geboren is, moet ook de placenta uitgedreven worden