geschiedenis H5-H10

• Leiders

  Stamoudsten, geen koningen, geen heersers
• Stam

  • Bescherming als je nodig had
  • Bepaald deels je status van je leven
  • Uitgesloten door de maatschappij
• 5 zuilen/pijlers van de Islam

  • Sjahada
  • Salat
  • Saum
  • Zakat
  • Hadj
• Jaartellingen


  • Islam: vanaf 622 vlucht Mohamed naar Medina
  • Boeddhisme: vanaf dood Boeddha
  • Jodendom: vanaf schepping
  • Japan: elke keizer nieuwe telling
  • Maya's: begin to eind cyclus
• Hechte stammencultuur

  Veel stammen bekeerden tegelijkertijd tot de Islam
• Voordelen van bekering tot Islam


  Minder belastingen, beter carrière, succesvolle leger
• Redenen voor de grootte van Arabië

  • Religie: arabische verovenaars waren tolerant met andere geloven, belastingen stegen bij niet-moslims
  • Economie: kregen stevige belastingen door Perzische/byzantijnse rijk, arabieren regelde dat het beperkter werd
  • Politiek: hoge autonomie, plaatselijke leiders mochten zelf beslissingen nemen
• Mekka was het belangrijkste religieuze handelscentrum (Ka'aba)
• Ligging en grootte van Arabische streken zorgde dat het de wereldhandel onder controle had
• Arabische nijverheid

  • Tapijt
  • Juwelen (goud, edelstenen)
  • Olie
  • Zeep
• Landbouw ontdekte nieuwe ontwikkelingen zoals het irrigatiesysteem
• Redenen voor succes van wetenschappelijke vooruitgang in de Islamitische wereld

  • Reizen
  • Taal
  • Kruispunt
  • Religie
  • Overheid
  • Communicatie
• Mohammed

  Hij groeide op armoedig bij zijn oom, en werd een kamelendrijver bij een weduwe, en huwde haar. Mohammed kreeg een visioen van de engel Djibriel/Gabriël dat hij de profeet/uitverkorene is van Allah.
• Hoe Mohammed economisch en politiek baas van Mekka werd

  • Diplomatie: had bondgenootschappen bij andere stammen
  • Militair: rooftochten en handelsroute tussen Syrië en Mekka waren succesvol
  • Sociaal: zwakke of kleine stammen of uitgesloten mensen konden aansluiten
  • Leiderschap: veel overtuigingen bij het publiek
• Vroonhof

  Centrum domein, woonplaats heer
• Hoeveland

  Hoeve, kasteel, abdij, molen, graanschuur, smidse
• Gemene gronden

  Officiële grond v.d. heer
• Woeste gronden

  Geen landbouwgrond, bos, woud, moeras
• Horigen

  Boeren, dienaars
• Karweien van heer

  • Toestemming gebruik gebouwen
  • Deel oogst
• Landbouwwerking

  • Boerderij
  • Akkers
  • Gemeenschappelijke gronden
• Ploegen

  • Haakploeg
  • Keerploeg
• Lastdieren

  • Ossen
  • Paarden

  
• Slagstelsel

  • Eenjarig braak
  • Tweeslagstelsel
  • Drieslagstelsel
• Gevolgen laag landbouwopbrengsten

  • Juist genoeg opbrengst bij gezinnen
  • Ziek → armoede → hongersnood → sterfgeval
• Gevolgen landbouwvernieuwingen

  • Verplicht landbouwwerk
  • Eigen specialiteiten binnen familie
  • Weinig handel (autarkie)
  • Samenwerking in dorpen
• Horigen hebben minder belastingen en geen karweien, ze gaan naar stad
• Landbouwontwikkeling

  Hogere landbouwproductie, meer bevolking kan gevoed worden
• Economische factoren voor ontstaan van steden

  • Veel handel
  • Woonplaatsen van hertogen, graven, kastelen
  • Kloosters, kerken, abdijen
• Basisproducten in internationale handel

  • Vis, graan, zout
• Luxeproducten in internationale handel

  • Bont, specerijen, wijn, juwelen, tapijten
• Handel via zijderoute werd soms verstoord door oorlog tussen Christenen-Islamieten in het Nabije Oosten
• Ligging Vlaanderen is dicht bij haven en zit vol met handelsdraaischijf tussen Noord-Zuid Europa
• Rechten die een stad krijgt

  • Stadsmuren bouwen voor bescherming
  • Geen militaire expeditie behalve zee
• Patriciaat

  Kleinste machtigste exclusieve groep, zeer welvarende handelaars die op grote schaal en soms internationaal handel dreven
• Ambachtsgilde

  Organiseerde groep die ambachtslieden bepaalde beroepscategorieën groepeerde
• Functies van ambachtsgilde

  • Controle op kwaliteitscriteria
  • Bepaling van prijzen
  • Ondersteuning van ambachtslieden in nood
  • Religieuze functie
• Protectionistische maatregelen van ambachtsgilde

  • Alleen leden mochten beroep uitoefenen
  • Toetredingscriteria
  • Lage toetredingsprijs voor meesters, dubbele prijs voor nieuwe mensen, nog hoger voor mensen buiten de stad
• Guldensporenslag: ambachtslieden en patriciërs verzetten zich tegen machtsmisbruik van de Franse koning
• Guldensporenslag leidde tot meer democratie, inspraak en macht in stadsbestuur voor ambachtslieden