Evolutieleer

Cards (26)

  • Evolutie
    Doorheen de verschillende generaties van soorten en mensen doen er zich ingrijpende veranderingen voor, zo ontstaan er soms zelfs nieuwe soorten
  • Paleontologie
    Tak van de geologie die zich bezig houdt met het bestuderen van fossielen
  • Fossielen
    Sporen en resten die men in gesteenten vindt van organismen die vroeger leefden
  • Fossielen
    • Verharde delen van schelpen
    • Afdrukken in gesteenten
    • Verharde beenderen
    • Afdrukken van insecten in verharde hars
  • Archeopteryx
    • Dier dat zowel reptiel- (staart, tanden) en als vogelkenmerken (vleugels, veren, bek en bekken) had. Dit wordt gezien als overgangsvorm van reptielen en vogels
  • Evolutiereeks van paardachtigen
    • Er zijn veel voorouders gevonden waardoor de evolutie weergegeven kon worden. Paarden: 4 tenen 2 tenen
  • Resultaten uit de paleontologie
    Door de vondst van fossielen kunnen uitspraken gedaan worden over: Datering, Kennis van tussenvormen, Kennis van voorgangers van huidige soorten
  • Homologe organen
    Dezelfde embryologische aanleg, zelfde bouwplan maar aangepast aan de specifieke functies van de organen
  • Analoge organen

    Hetzelfde uitzicht en functie, maar ander bouwplan
  • Rudimentaire organen

    Organen die gereduceerd zijn, ze hebben hun oorspronkelijke functie niet meer
  • In het vroege stadium van de embryonale ontwikkeling lijken alle gewervelde organismen sterk op elkaar waardoor besloten kan worden dat deze verschillende organismen afstammen van dezelfde soort
  • Op moleculair vlak vertonen alle levende wezens veel hetzelfde: Eiwitsynthese gebeurt door iedereen hetzelfde, De erfelijke informatie wordt opgeslagen in het DNA
  • DNA-methode
    Ze gaan overeenkomsten zoeken tussen het erfelijk materiaal. Twee organismen gaan ze vergelijken door na te gaan of de opeenvolging van de mononucleotiden grotendeels hetzelfde is, indien dit zo is kan er gezegd worden dat ze evolutief sterk op elkaar lijken
  • Serummethode
    Methode om evolutionaire verwantschap te bepalen
  • Mutaties
    Plotselinge verandering in het genotype die niet te wijten is aan een nieuwe gencombinatie door kruising. Kan zorgen voor veel aanpassingsvermogen en het resistent worden tegen bepaalde zaken
  • Sikkelcelanemie
    • Mutatie bij de mens waarbij de rode bloedlichaampjes worden aangetast door genmutatie
  • Mutaties bij de Berkenspanner
    • Oorspronkelijk hebben deze een lichte kleur, op een lichte schors is deze dus quasi onherkenbaar. In industriegebieden zijn schorsen vaak aangetast waardoor de schors donkerder wordt, de Berkenspanner is in staat zich aan te passen en is in deze gebieden donkerkleurig
  • Theorie van Jean-Baptiste de Lamarck
    Organismen passen zich aan, aan hun leefmilieu (modificatie), deze aanpassingen worden erfelijk doorgegeven
  • Voorbeeld giraffen volgens Lamarck
    • Giraffen hadden oorspronkelijk een korte nek, de bladeren in de boom hingen hoger waardoor hun nek langer moest rijken, hun nek werd hierdoor langer
  • Er is na veel studie gebleken dat verworven kenmerken niet erfelijk zijn
  • Theorie van Charles Darwin
    Er veel meer organismen worden voortgeplant dan nodig is om een soort in stand te houden. Slechts de minderheid haalt de volwassenheid. Er is een concurrentiestrijd tussen de organismen ('struggle for life'), waarin het milieu een belangrijke rol speelt. De organismen die het best zijn aangepast aan de heersende leefomstandigheden hebben meer kans op te overleven survival of the fittest. Dit gebeurt door natuurlijke selectie. De organismen die het best aangepast zijn overleven en geven hun kenmerken door aan hun nakomelingen
  • Neodarwinisme en moderne opvattingen

    Wanneer een eicel en een zaadcel samensmelten is dit een toevallige hercombinatie van genetisch materiaal die een uniek individu vormt. Vaak treden er ook mutaties op, die gunstig of ongunstig uitdraaien. Hierbij overleven ook weer de best aangepaste organismen. Door die veranderingen ontstaan die variaties binnen soorten. Wanneer die veranderende populaties dan ook nog eens geïsoleerd van elkaar geraken, ontstaan er nieuwe soorten
  • Vormen van isolatie
    • Geografische isolatie
    • Ethologische isolatie
    • Seizoensisolatie
    • Ecologische isolatie
    • Anatomische isolatie
  • Tendensen in evolutie
    • Aanpassing aan het milieu
    • Onafhankelijkheid van het milieu
  • Aanpassing aan het milieu
    • Vinken van Darwin: aangepast aan hun bek door de verschillende soorten voedsel
    • Vossen: poolvos kleine oren, weinig warmteverlies, woestijnvos grote oren, veel warmteverlies
    • Berkenspanner: industrie: donkere kleur (goede camouflage), land: lichte kleur (betere camouflage)
  • Onafhankelijkheid van het milieu
    • Ontwikkeling van ademhalingsorganen: longen in plaats van kieuwen
    • Ontwikkeling van een dikkere huid: tegen uitdroging