Vocabulaire T4 E1&2

• arrondissement


  een arrondissement
• entrée


  een ingang
• espace


  een ruimte
• fleuve


  een rivier, stroom
• habitant


  een inwoner, bewoner
• habitante


  inwoonster, bewoonster
• kiosque


  een kiosk
• lycée


  een middelbare school (van 15 tot 18 jaar)
• musée


  een museum
• rencontre


  een ontmoeting
• sculpteur


  een beeldhouwer
• sculpture


  een beeldhouwwerk
• souci


  een zorg
• souvenir


  een herinnering
• statue


  een (stand)beeld
• bistrot


  een bistro (klein restaurant)
• épicerie


  een kruidenierszaak
• librairie


  een boekhandel
• pâtisserie


  een banketbakkerij
• pharmacie


  een apotheek
• arrêt


  een (bus)halte
• Pâques = Pasen
• une banlieue


  een voorstad
• un chemin


  een weg
• un piéton


  een voetganger
• een (stadsplan


  un plan (de ville)
• un pont


  een brug
• un tunnel


  een tunnel
• célèbre


  beroemd
• perdu, perdue


  verloren (gelopen), verdwaald
• public, publique


  openbaar
• comparer


  vergelijken
• quitter


  verlaten
• regretter


  spijt hebben
• rêver (de)


  dromen (van)
• se perdre


  verloren lopen, de weg kwijt zijn
• se trouver


  zich bevinden, zijn
• sortir (de)


  weggaan (uit), naar buiten gaan
• suivre


  volgen
• Pas de souci !


  Geen zorgen!