Ventilatiesysteem A-B

Cards (48)

  • Alle basisgegevens voor het ventilatiesysteem zijn gekend
  • Natuurlijke ventilatie
    Gedreven door drukverschillen die ontstaan door de wind en/of een temperatuurverschil
  • Mechanische of gedwongen ventilatie
    Ontstaat door de werking van een (elektrisch aangedreven) ventilator
  • Toevoer en afvoer van ventilatielucht
    • Natuurlijke
    • Mechanische (gedwongen)
  • Natuurlijke toevoer
    • Via regelbare toevoeropeningen (RTO) die manueel of automatisch kunnen geregeld worden
    • Deze RTO worden ingebouwd in de ramen of in de buitenmuren van de droge ruimten
  • Natuurlijke afvoer
    • Via verticale kanalen die bovendaks uitmonden, zo dicht mogelijk bij de nok van het dak
    • Ze worden voorzien van regelbare afvoeropeningen (RAO) in de vochtige ruimten die ze bedienen
  • Mechanische toevoer
    • Via een ventilator, een leidingennet en toevoermonden in de droge ruimten
  • Mechanische afvoer
    • Door afzuiging van de lucht uit de vochtige ruimten eveneens via een ventilator, een leidingennet en afvoermonden
  • Vereenvoudigde ventilatiesystemen
    • Systeem A: natuurlijke toevoer en natuurlijke afvoer
    • Systeem B: mechanische toevoer en natuurlijke (vrije) afvoer
    • Systeem C: natuurlijke (vrije) toevoer en mechanische afvoer
    • Systeem D: mechanische toevoer en mechanische afvoer
  • GEEN TOEVOER ZONDER AFVOER EN GEEN AFVOER ZONDER TOEVOER!
  • Luchtdichtheid van het gebouwomhulsel
    • Vermijd lekken en kieren
    • Verzorg de aansluitingen tussen bouwcomponenten en verschillende wanden onderling
    • Breng een luchtscherm aan, waar nodig
  • Basisventilatie in de woonruimten
    • Verse lucht wordt toegevoerd in de "droge" leefruimten
    • Vochtige en vervuilde lucht wordt afgevoerd in de "natte" ruimten
  • Toevoer van verse lucht
    • Via regelbare buitenluchttoevoeropeningen (RTO) in de gevels, tenminste van de woonkamer, de slaapkamers en de studeer- of speelkamers
  • Doorstroming van lucht
    • Verloopt langs roosters in binnenwanden of -deuren, of langs spleten onder de binnendeuren
  • Afvoer van vervuilde lucht
    • Via regelbare afvoeropeningen (RAO) aangesloten op verticale afvoerkanalen, tenminste in de ruimten zoals keuken, de WC en de badkamer en in de eventuele afzonderlijke wasplaatsen
  • Werking ventilatiesysteem A
    • Gebaseerd op automatische luchtcirculatie
    • Verse lucht wordt als het ware je woning ingezogen door de luchtdruk- en winddrukverschillen binnen en buiten de woning
    • Hierdoor ontstaat er een "schouweffect" die het teveel aan lucht op zijn beurt gaat afvoeren
  • Onderdelen ventilatiesysteem A
    • Ventilatieroosters
    • Afvoerkanaal
  • Toevoer in ventilatiesysteem A
    • Via regelbare toevoeropeningen (RTO) in de droge ruimtes
    • RTO moet voldoen aan basiseisen EPB
    • RTO kan geplaatst worden in schrijnwerk, buitenmuur of in hellend dak
  • Doorvoer in ventilatiesysteem A
    • Doorstroming van lucht van droge ruimtes naar natte ruimtes via doorstroomopeningen (DO)
    • DO moet voldoen aan basiseisen EPB
    • DO is niet afsluitbaar en wel regelbaar
  • Afvoer in ventilatiesysteem A
    • Via hoofdzakelijk verticale afvoerkanalen met regelbare afvoeropeningen (RAO)
    • RAO moet voldoen aan basiseisen EPB
  • Doorstroomopeningen
    • Weg van straatlawaai
    • Indien in de gevel ingeplant op voldoende afstand van afvoerkanalen die vervuilde lucht uitstoten
  • Onderdelen Ventilatiesysteem A
    • Doorvoer
    • Afvoer
    • Regeling
    • Binnenluchtkwaliteit
    • Temperatuurcomfort
    • Warmterecuperatie
    • Akoestiek
  • Doorvoer
    De doorstroming van de lucht van droge ruimtes naar natte ruimtes
  • Basiseisen EPB voor doorvoer
    • Het ontwerptoevoerdebiet van alle DO's bij een drukverschil van 2 Pa moet voldoen aan ontwerpeisen van die ruimte
    • DO is niet afsluitbaar en wel regelbaar
  • Ontwerptips voor doorvoer
    • Doorstroomroosters worden in de deur of muur geplaatst
    • Er kan ook gekozen worden voor een spleet onder de deur
    • Niet meer dan 3 doorstroomopeningen in serie plaatsen
  • Afvoer
    Via hoofdzakelijk verticale afvoerkanalen met regelbare afvoeropeningen (RAO)
  • Basiseisen EPB voor afvoer
    • Het ontwerpafvoerdebiet van alle RAO's (bij drukverschil 2 Pa) moet voldoen aan ontwerpeisen van die ruimte
    • RAO moet manueel of automatisch regelbaar zijn in minstens 5 standen
    • De kanalen verlopen verticaal en monden uit boven het dak
    • Het minimum voor de netto diameter van de ronde kanalen is 5 cm
    • De kanalen moeten bestand zijn tegen thermische, mechanische en chemische werkingen en tegen vocht
    • Plaatselijke ventilator in natte ruimtes is toegelaten in combinatie met RAO, indien deze automatisch in werking treedt als de ruimte gebruikt wordt en voldoende nalooptijd heeft
  • Ontwerptips voor afvoer
    • Kies gladde (ronde) kanalen die een goede luchtdichtheid waarborgen
    • Gebruik zo weinig mogelijk flexibelle kanalen
    • De luchtkanalen minstens 50 cm boven het dak laten uitmonden en zo dicht mogelijk bij de nok
    • De afvoerkanalen die door onverwarmde ruimten lopen isoleren
    • Hou rekening met akoestiek bij keuze de luchtsnelheid en richtdiameters
  • Regeling
    Door openen en sluiten van één of meerdere ventilatieroosters
  • Natuurlijke toevoeropeningen met vraaggestuurde regeling mogelijk door RTO's uitgerust met een luchtkwaliteitssensor
  • Binnenluchtkwaliteit
    Er bestaat een risico op onvoldoende luchtkwaliteit. De goede werking is weersafhankelijk
  • Temperatuurcomfort
    Er is een tochtrisico door de instroom van koude lucht. Nachtventilatie is mogelijk
  • Warmterecuperatie is niet mogelijk
  • Akoestiek
    • Geluidshinder van de omgeving is mogelijk. Er is geen geluidshinder van de installatie
    • RTO en DO gebruiken die voorzien zijn van een geluidsabsorberend materiaal
    • Hoe langer het traject in RTO en DO, hoe meer geluiddemping
    • Beperk de luchtsnelheid tot maximaal 1 m/s in de afvoerkanalen
  • Onderhoud
    Weinig onderhoud en geen extra kosten voor bouwheer. Advies om RTO's, RAO's en DO's te reinigen om de 3 tot 6 maanden
  • Het ventilatiesysteem vraagt geen extra plaatsinname
  • Planschikking
    • Bij natuurlijke trek de droge ruimtes vooral onderaan en de natte ruimtes bovenaan inplanten
  • Investering en gebruikskost
    • Lage investeringskost. Er is geen eigen elektriciteitskost door de afwezigheid van ventilatoren. Wel extra verwarmingskost door toevoer van koude lucht
  • Invloed op E-peil
    • RTO inplanten met een zo laag mogelijke U-waarde
    • Kies voor zelfregelende toevoeropeningen (met een vraaggestuurde afvoerklep) van klasse P3 of P4 om energie te besparen en het comfort te verhogen
  • Onderdelen Ventilatiesysteem A
    • Toevoer in de droge ruimtes
    • Regelbare toevoeropeningen (RTO)
    • Luchtverdeling binnen het gebouw
    • Doorstroomopeningen (DO)
    • Spleten
    • Roosters
    • Afvoer uit natte ruimtes
    • Regelbare afvoeropeningen (RAO)
    • Afvoerkanalen