Nederlands met alle theorie:)

Subdecks (13)

Cards (64)

  • Marie staat op de kruk.
    'Op is het voortzetsel
  • Hij wacht op de bus.
    'Op is nu het vaste voortzetsel'
  • benieuwd zijn
    naar iets
  • iemand betrappen
    op iets
  • vaste voortzetsels
    Sommige voorzetsels kan je niet vervangen door een ander voorzetsel. Ze horen bij een bepaald werkwoord of naamwoord. We noemen ze dan ook vaste voorzetsels. Ze zijn niet letterlijk, maar figuurlijk bedoeld.
  • vzv
    Omdat deze vaste voorzetsels bij zowel werkwoorden of naamwoorden horen, kan een voorzetselvoorwerp (vzv) zowel bij een werkwoordelijk gezegde als bij een naamwoordelijk gezegde voorkomen.