Baby

Cards (49)

  • Mensenkind pas op 1e levensjaar op ontwikkelingsniveau dat vergelijkbaar is met andere zoogdieren
  • Slaap pasgeborene
    • 1/3 rustige slaap
    • 1/3 actieve slaap (REM-slaap)
    • 1/3 min of meer wakker
  • Functie van veel REM-slaap: Cortex heeft voldoende stimulatie nodig voor ontwikkeling
  • Reflexen pasgeborene
    • Blijvende (vitale functies, pupil- en buigreflex)
    • Voorbijgaande (functionele, archaïsche)
  • Adualisme
    Baby maakt geen onderscheid tussen eigen subjectieve gewaarwordingen en dingen in buitenwereld
  • Zintuigen pasgeborene
    • Tast
    • Temperatuur- en pijnzin
    • Smaak en reuk
    • Gehoor
    • Gezicht
  • Gezichtsvermogen pasgeborene
    Eerste weken: contouren
    Vanaf 2 mnd: gezicht
    Vanaf 6 mnd: zien zoals volwassene
  • Elementaire leerprocessen
    1. Habituatie
    2. Klassieke conditionering
    3. Operante conditionering
    4. Sociaal leren
  • Huilen pasgeborene
    Primitief communicatiemiddel, geen doelgericht gedrag
  • Pasgeborene heeft zelf nog geen aangevoelde behoefte aan contact
  • Lichaamsgroei pasgeborene

    • Toename in lengte en gewicht
    Snelle evolutie zenuwstelsel: synapsen + myelinisering
  • Sensomotorische periode

    0 tot +/- 1.5 á 2 jaar, kind reageert motorisch op zintuiglijke indrukken
  • Substadia sensomotorische periode
    • Ongecoördineerde reflexen (0-1 mnd)
    Primaire circulaire reacties (1-4 mnd)
    Secundaire circulaire reacties (4-8 mnd)
    Intentioneel handelen (8-12 mnd)
    Tertiaire circulaire reacties (12-18 mnd)
    Mentale voorstellingen (18-24 mnd)
  • Niet het herhalen van de handeling zelf is het doel, wel het opnieuw tevoorschijn roepen van de effecten die ermee gepaard gaan
  • Semi-intentioneel
    • Nog geen inzicht in oorzaak-gevolg
    • Wel operante conditionering
  • Substadium 3: Secundaire circulaire reacties (4 - 8 mnd)

    • Differentiatie tussen middel en doel (eerste tekenen van 'praktische intelligentie')
    • De baby brengt gebeurtenissen bewuster tot stand en combineert verschillende schema's tot één handeling
  • Beginnende objectpermanentie
    Het besef dat objecten niet verdwijnen als je ze niet meer ziet, maar op zichzelf staande dingen zijn die ergens toch aanwezig blijven (maar het blijft nog een fragiel gegeven!)
  • Substadium 5: Tertiaire circulaire reacties (12 - 18 mnd)

    • Kind richt zich niet enkel op directe waarnemingen, maar ook op mentale voorstellingen, met als doel een bepaald effecten te bereiken
    • Inwendig experimenteren = geïnterioriseerde tertiaire circulaire reacties
  • Impact van emotionele deprivatie op cognitieve ontwikkeling op jonge leeftijd: Belang van voldoende stimulatie, hechting…!
  • Waarneming: dieptezicht
    1. Baby's van 2 maand merken diepte op (hartslag)
    2. Baby's vanaf 6 mnd zijn ook echt bang voor de diepte (angst om naar overkant te kruipen)
    • Piaget: operante conditionering vanaf secundaire circulaire reacties (4-8 mnd)
    • Maar: cf. experimenten met jongere baby's!
    • Piaget: beginnende objectpermanentie vanaf 8-12 mnd (en gevestigde in 2e levensjaar)
    • Maar: cf. experimenten met baby's van +/- 4 maand!
    • Piaget: pre-operationeel stadium
    • Maar: cf. experimenten met baby's van +/- 4 maand die al primitief hoeveelheidsbegrip hebben
  • Eerste levensjaar = prelinguale periode
    Dwz: actieve taalontwikkeling pas vanaf peutertijd
  • Taal
    1. Tot 1.5 mnd: huilen als communicatiemiddel
    2. Vanaf +/- 1.5 mnd: vocaliseren = korte geluidjes maken in een toestand van welbehagen
    3. Vanaf +/- 4 mnd: vocaal spel: klankgroepjes die een soort nonsenswoordjes vormen
    4. Rond 7-8 mnd: brabbelen (vb. 'dada', 'danke'-doen)
    5. Rond 12 mnd: eerste woordje
    • Vanaf 3 mnd een steeds hechter band met de verzorger
    • Rond 8 mnd kan het zelfs in paniek raken als de vaste verzorgers uit het zicht verdwijnen
  • Differentiatie in de sociale gerichtheid
    • Belang van vertrouwdheid
    • 3 mnd: opdrijven van de 'gastric smile' naar een sociale glimlach
    • Intenser worden van de glimlach
    • Selectiever worden van de glimlach
    • 8 maand: Vreemdenangst
    • Scheidingsangst
    • John Bowlby (1907-1990): Britse kinderpsychiater
    • Na WO II: impact van weeshuizen op ontwikkeling van kinderen
    • Freudiaan
    • Ethologie = Belang van erfelijk geprogrammeerde strategieën die behulpzaam zijn bij het in stand houden van de soort
  • Ontstaan van een hechtingsrelatie
    • Verschillende fasen in de menselijke hechting ('attachment')
    • Voorhechtingsfase (0 tot 2 á 3 mnd): Alleen zintuiglijke voorkeuren
    • Beginnende hechting (2 tot +/- 6 á 8 mnd): Sociale glimlach + beginnend onderscheid tussen bekend en vreemd
    • Feitelijke gehechtheid (6 tot +/- 30 mnd): Hechte band met favoriete personen
    • Doelgecorrigeerd partnerschap (Vanaf 2 á 3 jaar): Psychische band belangrijker dan fysiek contact
    • Still face experiment*: niet de hoeveelheid, wel de kwaliteit van aandacht primeert
    • Gevolg: Baby's doen in eerste instantie poging toch reactie van de moeder te krijgen
    • Kijken na verloop van tijd meer weg (vermijden oogcontact) en gaan contact van de moeder afweren
    • Conclusie: aandacht is een basisbehoefte; ouders moeten er zowel fysiek als emotioneel zijn voor hun kind!
  • Sensitieve responsiviteit
    De signalen die het kind uitstuurt goed aanvoelen en er op een adequate manier weten op in te spelen ('basis'-'haven' van Cirkel van veiligheid)
  • Fase 4: Doelgecorrigeerd partnerschap
    1. Vanaf 2 á 3 jaar (vanaf peutertijd)
    2. Psychische band belangrijker dan fysiek contact
  • Still face experiment
    1. Baby's doen in eerste instantie poging toch reactie van de moeder te krijgen
    2. Kijken na verloop van tijd meer weg (vermijden oogcontact) en gaan contact van de moeder afweren
  • Aandacht is een basisbehoefte; ouders moeten er zowel fysiek als emotioneel zijn voor hun kind
  • Mary Ainsworth
    • Onderzoek naar de kwaliteit van de hechtingsrelatie
    • Vreemde situatie-test
  • Hechtingspatronen
    • Veilige gehechtheid
    • Vermijdende gehechtheid
    • Afwerende gehechtheid
    • Gedesorganiseerde gehechtheid
  • Cirkel van veiligheid
    Eerder continuüm tussen veilige basis en veilige haven dan strikte categorieën
  • Gedragsproblemen gaan terug op gebrek aan veiligheid als basisbehoefte
  • Opvoedingsfiguur als veiligheidsbaken
    • Aanmoediging
    • Geruststelling
  • Gehechtheid-strategieën
    Gedrag van het kind om de volwassene dichtbij (genoeg) te houden ifv vervullen behoeften