voortplantingsstelsel

Cards (87)

  • geslacht
    verwijst naar de biologische verschillen tussen jongens en meisjes die bij het geslacht horen
  • gender
    verwijst naar de sociale en culturele verschillen tussen jongens en meisjes
  • genderidentiteit
    innerlijk gevoel van mannelijkheid, vrouwelijkheid of geen
  • genderexpressie
    hoe je aan de buitenwereld voelt
  • cisgender
    geslacht overeenkomt met genderidentiteit
  • transgender
    geslacht niet overeenkomt met genderidentiteit
  • travestie
    verkleden als tegenovergestelde geslacht (zoals drag queens en drag kings)
  • homoseksueel
    verliefd op dezelfde geslacht
  • heteroseksueel
    verliefd op tegenovergestelde geslacht
  • biseksueel
    verliefd of allebei geslachten
  • aseksueel
    verliefd op niets/ geen seksuele aantrekking
  • mannelijk geslachtsorganen
    • penis
    • balzak
    • teelballen
    • bijballen
    • zwellichamen
    • prostaat
    • zaadleiders
    • zaadblaasjes
    • eikel
    • voorhuid
  • vrouwelijke geslachtsorganen
    • vagina
    • buitenste schaamlippen
    • binnenste schaamlippen
    • clitoris
    • baarmoeder
    • eierstokken
    • eileiders
    • maagdenvlies
  • menstruatie
    bloedverlies vanwege de afbraak van de baarmoederslijmvlies
  • Hoe kun je menstruatiebloed opvangen?

    via een tampon of een maandverband
  • Waar komen baby's vandaan?
    Tijdens de geslachtsgemeenschap, ook bekend als coïtus, wordt de penis door ritmische bewegingen in de vagina heen en weer geschoven. Daardoor wordt bij de man de eikel sterk geprikkeld, waarbij hij een orgasme kan krijgen, een hevig gevoel van seksuele bevrediging. Bij de man gaat een orgasme gepaard met een zaadlozing, waarbij het zaad met relatief grote kracht uit de urinebuis wordt gestoten (ejaculatie). Het sperma bevat een paar 100 miljoen zaadcellen. De vrouw kan een orgasme krijgen wanneer de clitoris sterk wordt geprikkeld.
  • Hoe is de bevruchting ontstaan?

    De zaadcellen zwemmen via de baarmoeder naar de eileiders. Wanneer in een eileider een levende eicel aanwezig is (na de eisprong) zal één zaadcel daarin binnendringen. De kern van de zaadcel versmelt dan met die van de eicel (bevruchting).  
    De bevruchte eicel deelt zich meerdere keren. Het klompje cellen beweegt zich in de eileider in de richting van de baarmoeder. Na een zestal dagen nestelt het embryo zich in het baarmoederslijmvlies. 9 dagen vruchtbaarheid
  • foetus
    stadium in de embryonale ontwikkeling waarbij het embryo na ongeveer 8 weken menselijke trekken vertoont
  • placenta
    Dit zit in het baarmoederslijmvlies en zorgt ervoor dat het embryo voedingsstoffen en zuurstof krijgt en koolstofioxide en afvalstoffen kan afvoeren. Het wordt ook de moederkoek genoemd.
  • navelstreng
    streng rijk aan bloedvaten waarmee het embryo verbonden is met de placenta
  • rodehondvirus
    virus dat via de placenta en de navelstreng bij het embryo kan komen en zo de ontwikkeling van het embryo kan aantasten
  • vruchtwater
    zit om het embryo heen in de vruchtzakken en werkt als stootkussen, om de temperatuur constant te houden en om infecties te voorkomen
  • vruchtvliezen
    met water gevulde vliezen rond het vruchtwater en het embryo
  • weeën
    samentrekkingen van de baarmoeder waardoor het kind geboren wordt
  • nageboorte
    placenta die na de geboorte loskomt uit de baarmoeder
  • moedermelk
    melk in de borsten van de moeder, om de baby te voeden
  • miskraam
    spontane vroege geboorte aan het begin van de zwangerschap, dode foetus
  • abortus
    opzettelijke miskraam, vaak om medische redenen
  • keizersnede
    geboorte via een snede in de onderbuik wanneer de natuurlijke weg niet gaat of gevaarlijk is
  • stuitligging
    ligging van de baby met zijn voeten naar beneden in plaats van met het hoofd
  • prematuur
    te vroeg (<37 weken) geboren baby
  • couveuse
    Hierin worden premature baby's geplaatst en heerst een optimale temperatuur en vochtgheid.
  • twee-eiige tweeling
    tweeling ontwikkeld uit twee bevruchte eicellen
  • eeneiige tweeling
    tweeling ontwikkeld uit één bevruchte eicel
  • noodpil
    soort anticonceptiemiddel
  • abortuspil
    soort anticonceptiemiddel, delete the baby
  • hormonaal implantaat
    soort anticonceptiemiddel nummer twee
  • anticonceptie
    voorkomen van zwangerschap bij geslachtsgemeenschap
  • anticonceptiva
    voorbehoedsmiddelen, voorkomen de zwangerschap
  • condoom
    anticonceptivum: rubber omhulsel om de penis dat het sperma opvangt bij de zaadlozing