Neemt af met toenemende grootte van het contactoppervlak
Druk
p = F/A
Druk is een scalaire grootheid
SI-eenheid van druk
Pascal (Pa = N/m²)
1 Pa = 1 N/m²
Hulpeenheden van druk
Hectopascal (hPa = 10² Pa)
Kilopascal (kPa = 10³ Pa)
Kracht F uitgeoefend op oppervlak A
Oppervlak wordt ingedrukt
Drukkracht en druk zijn verschillend
De SI-eenheid van druk is de pascal
Om een druk van 1 pascal te bekomen, oefen je een kracht van 1 N uit op een oppervlakte van 1 m²
1 hPa = 1 ∙ 10² Pa
1 kPa = 1 ∙ 10³ Pa
Drukkracht
De kracht die uitgeoefend wordt op een oppervlak
Druk
Het statisch effect dat het gevolg is van een drukkracht
De grootte van de drukkracht wordt verdeeld over het contactoppervlak
De grootte van het contactoppervlak bepaalt het statisch effect van de uitgeoefende drukkracht
Bij een klein contactoppervlak is het effect groot, er ontstaat een grote druk
Bij een groot contactoppervlak is het effect klein, er ontstaat een kleine druk
Druk in een gas ontstaat door de botsingen van de gasdeeltjes tegen de wanden
1 bar = 1 ∙ 10⁵ Pa
1 mbar = 1 ∙ 10⁻³ bar = 1 ∙ 10² Pa = 1 hPa
De druk in een pas gevulde gasfles kan oplopen tot 300 bar = 30,0 MPa
In het menselijk lichaam ontstaat een gasdruk in de ademhalingsorganen, die schommelt rond de 1bar
Oppompen fietsband
Druk in band neemt toe
Hoe hoger de temperatuur, hoe meer botsingen en hoe groter de druk
De gemiddelde snelheid van de deeltjes is evenredig met de wortel uit de absolute temperatuur
Als de temperatuur stijgt, stijgt de druk en kan de spuitbus ontploffen
Als de temperatuur –273,15 °C is, bewegen de deeltjes niet meer. Ze kunnen niet meer botsen tegen de wanden. De druk is nul.
Absolute nulpunt
Het punt waarbij de druk nul is
Kelvinschaal
Temperatuurschaal ten opzichte van het absolute nulpunt
Bij –273,15 °C bewegen deeltjes niet. De gasdruk is nul. Dat is het absolute nulpunt.
Atmosferische druk ontstaat door de lucht die zich rondom de aarde bevindt. Het gewicht van de bovenliggende luchtdeeltjes bepaalt de grootte van de atmosferische druk.
De atmosferische druk op de Mount Everest is kleiner dan op zeeniveau.
De grootte van de atmosferische druk wordt bepaald door de luchtkolom die zich boven die plaats bevindt.
Relatieve druk
De gasdruk in vergelijking met een andere gasdruk.
Overdruk
De gasdruk is groter dan de druk in de omgeving. De relatieve druk is positief.
Onderdruk
De gasdruk is kleiner dan de druk in de omgeving. De relatieve druk is negatief.
Als er een over- of onderdruk is in een systeem en de verbinding open is, ontstaat er stroming.
In een stofzuiger (Engels: vacuum cleaner) wordt een grote onderdruk gecreëerd, waardoor je voorwerpen kunt optillen.