Persoonlijk, bezittelijk en aanwijzend voornaamwoord

Cards (3)

  • Persoonlijk voornaamwoord
    • Verwijst naar de spreker (eerste persoon)
    • Verwijst naar de aangesprokene (tweede persoon)
    • Verwijst naar de persoon/zaak waarover gesproken wordt (derde persoon)
  • Het aanwijzend voornaamwoord
    Wanneer we heel duidelijk één naamwoord willen aanwijzen, gebruiken we een aanwijzend voornaamwoord. De meest gebruikte aanwijzende voornaamwoorden zijn dezeditdie en dat. Je mag ze echter niet door elkaar gebruiken. Hieronder zie je welk woord je in welke situatie gebruikt.
  • Het bezittelijk voornaamwoord
    Voornaamwoorden die uitdrukken van wie iets is (een bezit), noemen we bezittelijke voornaamwoorden. Net zoals persoonlijke voornaamwoorden bestaan ze in de eerste, tweede en derde persoon, zowel in het enkelvoud als in het meervoud.
    Bezittelijke voornaamwoorden kunnen zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt worden. In hun bijvoeglijke vorm staan ze bij een zelfstandig naamwoord. In hun zelfstandige vorm staan ze op zich en kan er vaak zelfs een lidwoord voor gezet worden.