sops tr3

• Sociale ongelijkheid


  Rangschikking van mensen van hoog naar laag
• Sociale ongelijkheid


  • Ongelijke verdeling van schaarse, algemeen gewaardeerde zaken (economisch, cultureel en sociaal kapitaal)
  • Ongelijke waardering en behandeling van mensen obv maatschappelijke positie en levensstijl
• Armoede aan de buitenkant

  Materieel, zichtbaar
• Armoede aan de binnenkant

  Menselijke gevolgen (eenzaamheid, schaamte, verdriet), minder zichtbaar
• Generatiearmoede


  Doorgegeven van ouders op kind, bepaalde overlevingsstrategieën, meer kans om later ook in armoede te leven
• Nieuwe armoede


  Niet arm geboren: plotse armoede, moeilijk aanpassen aan nieuwe levensstijl
• 6 criteria van armoede

  • Inkomen en schulden
  • Voeding
  • Huisvesting
  • Onderwijs
  • Werk
  • Gezondheidszorg
• Klovenmodel (5 kloven tussen arm en rijk)

  • Gevoelskloof
  • Kenniskloof
  • Vaardigheidskloof
  • Positieve krachtenkloof
  • Structurele kloof
• Gevoelskloof


  Negatieve gevoelens, gebrek eigenwaarde, negatief zelfbeeld, gevoel van uitsluiting, wantrouwen tov anderen
• Kenniskloof


  Geen juiste kanalen om info te verzamelen, achterstand technologische wereld
• Vaardigheidskloof


  Niet geleerd tijdens kindertijd: omgaan met geld, administratie, ook niet kennen als volwassene, niet aan eigen kinderen doorgeven
• Positieve krachtenkloof


  Sterk solidariteitsgevoel, elkaar instinctief helpen, grote vechtlust, overleven in moeilijke omstandigheden, rechtuit en humor
• Structurele kloof


  Arm= systematische uitsluiting uit andere domeinen, vicieuze cirkel