H6 en H7.

Cards (40)

  • Promotie
    Het onder de aandacht brengen van een bedrijf, een product of service
  • Doel van promotie
    Meer omzet halen
  • Promotie bestaat uit
    • PR, Public Relations en Reclame
  • Doel van PR
    De relatie tussen het bedrijf en de omgeving goed maken en goed laten zijn
  • Doel van reclame

    Product bekend maken en koopgedrag beïnvloeden
  • Public Relations
    1. Werken aan de relatie tussen bedrijf en de omgeving
    2. Ervoor blijven zorgen dat je relaties een positief beeld van een bedrijf hebben
  • Soorten PR-activiteiten
    • Sponsoring
    • Voorlichting
    • Bijeenkomsten/evenementen
  • Sponsoring
    Grotere naamsbekendheid, Grotere productbekendheid en Goodwill opbouwen
  • Voorlichting
    Informatie geven over bedrijf of product zonder een mening te geven
  • Bijeenkomsten/evenementen
    Op een congres of beurs. Hier kun je relaties ontvangen en naamsbekendheid krijgen
  • Soorten relaties
    • Interne relaties: Personeel van het bedrijf
    • Externe relaties: Klanten, Leveranciers, Pers en overheid
  • Persbericht
    Een bericht dat door het bedrijf zelf wordt geschreven en naar de media gestuurd
  • Advertorial
    Een artikel in een krant of weekblad dat door het bedrijf zelf is geschreven. Het is eigenlijk gewoon een advertentie, maar dat zie je niet meteen
  • Zaken centraal bij PR
    • De gunfactor verhogen
    • Imago: het beeld dat de buitenwereld van een bedrijf (of persoon) heeft
    • Identiteit: het beeld dat een bedrijf (of persoon) van zichzelf heeft
  • Huisstijl
    De vorm waarin je communiceert
  • Elementen van een huisstijl
    • Logo
    • Vaste grafische elementen zoals het lettertype
    • Vaste afspraken over teksten
    • Vaste persoonlijke elementen (bedrijfskleding, omgangsvormen)
    • Vaste kleuren
  • Reclame
    Onpersoonlijke vorm van promotie via een massamedia. Je moet hiervoor betalen
  • Massamedium
    Een medium waarmee je veel mensen bereikt
  • Verschillende soorten media
    • Persmedia: kranten en tijdschriften
    • Ethermedia: radio en TV
    • Drukwerk: folders en flyers
    • Direct mail: brieven die persoonlijk zijn gemaakt (vaak loterijen)
    • Via social media: Twitter, Facebook, Instagram
    • Via internet: banners en pop-up schermen
    • Buitenreclame: billboards, op treinen of bussen, stations, enz.
  • Factoren bij keuze media
    Kosten, de doelgroep en de boodschap die je wilt overbrengen
  • Andere manieren om verkoop te vergroten
    • Waardebonnen
    • Geld-terug actie
    • Premiums (een cadeautje erbij)
    • Spaarpunten
    • Samenwerking tussen bedrijven (pretparkkaartjes bij een wasmiddel)
  • Hoofdkleuren
    • Primaire kleuren: Geel, Rood en Blauw
    • Secundaire kleuren: Oranje (geel + rood), Paars (blauw + rood) en Groen (blauw + geel)
    • Tertiaire kleuren: door een primaire kleur met een secundaire kleur te mengen
  • Complementaire kleuren

    Kleuren die recht tegenover elkaar in de kleurencirkel staan. Bij menging ontstaat er de kleur bruin
  • Soorten kleuren
    • Warme kleuren: rood, geel, oranje en bruin
    • Koude kleuren: blauw, groen en paars
    • Pastelkleuren: kleuren gemengd met wit
    • Polychroom: met veel kleuren
    • Monochroom: met één kleur
  • Soorten letters
    • Kapitaal: hoofdletter
    • Onderkast: kleine letter
    • Cursief: een schuine letter
  • Affiche
    Een reclame op een groot vel papier (poster)
  • Soorten klanten
    • Dominante klant: weet alles beter, neemt snel een beslissing
    • Afstandelijke klant: vertelt niet veel, hij is gesloten
    • Sociale klant: vertelt veel, wordt snel persoonlijk
  • Verkoopvaardigheden.
    • Goed reageren op elk type klant
    • Goed luisteren
    • Goede vragen kunnen stellen
    • Kunnen overtuigen
  • Verkoopgesprek
    1. Inleiding: Contact leggen met de klant.
    2. Informatie winnen: Erachter komen wat de klant wilt
    3. Informatie geven: Informatie geven over de (verschillende) producten
    4. Overtuigen: Ervoor zorgen dat de klant een keuze kan maken, eventueel door het noemen van de juiste argumenten
    5. Afsluiten: De klant neemt een koopbeslissing
    6. Nazorg: Het bieden van extra service en afrekenen.
  • Productkennis
    • Praktische productkennis: Hoe gebruik je het product?
    • Commerciële productkennis: Waarom heeft dat artikel die prijs, wat kun je erbij verkopen?
    • Technische productkennis: Hoe en waarvan is het product gemaakt?
  • Informatie op textieletiket

    • Wastobbe: op welke temperatuur mag je het wassen
    • Driehoek: mag je het wel of niet bleken
    • Strijkbout: hoe warm mag je het strijken
    • Rondje met P: chemisch reinigen bij de stomerij
    • Vierkant met rondje: mag het wel of niet in de droger
  • Klantvriendelijkheid
    Op juiste moment de klant benaderen en Let op het type klant
  • Klachten afhandelen
    1. Toon begrip
    2. Laat de klant de klacht omschrijven
    3. Vat de klacht samen en vertel hoe je het op gaat/kunt lossen
    4. Controleer of de klant met de oplossing eens is
    5. Handel de klacht af
  • Tips om diefstal te voorkomen
    • Begroet iedere klant
    • Maak oogcontact
    • Detectiepoortjes
    • Camera's
    • Tags/alarmsysteem
  • Tijdens een overval
    R: Rustig blijven
    A: Aanvaarden
    A: Afgeven
    K: Kijken
  • Zichttermijn
    Klanten mogen een online aankoop binnen 14 dagen zonder reden terugsturen
  • Uitzonderingen zichttermijn
    • Reizen
    • Tijdgebonden producten als tijdschriften
    • Op maat gemaakte producten
    • Abonnementen
    • Kort-houdbare producten
  • Andere woorden voor zichttermijn
    Herroepingsrecht en afkoelingsperiode
  • het imago wordt bepaald door:

    1. de indruk van het bedrijf, bij eerste contact/indruk
    2. de kennis over het bedrijf, door het bedrijf te lezen
    3. de ervaring met het bedrijf, bvb door iets te kopen
    4. de meningen van andere over her bedrijf, via social media bvb
  • suggestieve kleuren:

    kleuren met een extra gevoelswaarde