Normaal zouden er sociale en politiekegevolgen zijn van een burgeroorlog. Maar de VS herstelde zich snel
De VS ontwikkelde zich snel op industrieel gebied tot een van de belangrijkste staten. In andere landen namen ze de VS als voorbeeld
Deze economische groei kwam vooral door het enorme aantal migranten die tussen 1860 en 1920 kwamen
Er kwam grote armoede voor. Socialisten en communisten kregen er weinig aanhang aan
Verdeeldheid onder arbeiders in de VS
Groter dan in andere landen
Blanke arbeiders in de VS
Wilden nietsamenwerken met zwarten
Immigranten in de VS
Wilden werken ook al werden ze slecht betaald
Hoop op betere toekomst in de VS
Groter dan in andere landen
In de VS pleiten niet-socialisten met succes voor sociale hervormingen en wetgevingen
De meerderheid van de bevolking in de VS is blank, afkomstig uit Europa. De grootste minderheid zijn Afrikanen
Tot 1877 bleef het zuiden onder militairecontrole. Er zou bepaald zijn dat in het zuiden zwarten gelijk zouden zijn. Maar de blanken gingen met oneerlijkemiddelen de zwarten verhinderen
Een deel van de blanken richtte terreurorganisaties op om zwarte schrik aan te jagen
In het bevrijde zuiden werd er alleen werk gegeven aan blanken. Ook in het noorden kregen zwarten het slechtstbetaald en werden als eerst ontslagen
Na het einde van de militaire controle kwamen er nieuwe wetten om blanken en zwarten te scheiden, segregatie. Bijv: spoorwegen, wachtkamers, trams, parken etc. 'Dezwartenmoestenzijnplaatsweten'
Booker T. Washington vond dat de zwarten eerst economisch onafhankelijk moeten zijn, daarna mochten ze gelijke rechten en afschaffing vragen
In 1909 stichtten sommige zwarten een nieuwe beweging, NAACP genaamd, zij wilden hun doelen via demonstraties en rechtszaken bereiken
President Roosevelt (1933-1945) liet de zwarte bevolking ook steun krijgen voor werkloosheid. Roosevelt deed niet veel voor de zwarten maar de blanken vonden dat veel
De Republikeinse partij schafte slavernij af, maar de Democratische partij wilde dat de blanken en zwarten gelijk waren
De Republikeinse president Eisenhower vond dat de gedachte van mensen niet door wetgeving zou veranderen
Martin Luther King was de belangrijkste zwarte leider. Hij en zijn aanhangers wilden gelijkerechten zonder geweld. Blanken vielen hen aan met stenen, stokken en zelfs wapens
President Kennedy stelde voor bij het Congres een wetsvoorstel waarmee er een einde zou komen aan de segregatie. Ook dat het kiesrecht voor zwarten beschermd moest zijn. Kennedy werd vermoord
Johnson, zijn opvolger, heeft bij hem de voorstellen aangenomen. In de jaren 1965-1969 was er een rassenlust, zwarten wilden geen gelijke rechten. Hierbij vielen tientallen slachtoffers. In 1968 werd Martin Luther King vermoord
Sinds de jaren '70 kwam er meer rust tussen blank en zwart. Volgens president Nixon was het beste om de problemen van zwarten naar achteren schuiven, om jaloezie en achterdocht te voorkomen