Basisstof 2

• Chromosomen


  Dragers van erfelijke informatie in een cel
• Een cel van een mens bevat 46 chromosomen, in 23 paren
• De beide chromosomen van een paar bevatten informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen
• Geslachtschromosomen


  Chromosomen die het geslacht bepalen
• Vrouwen hebben twee X-chromosomen (XX), mannen hebben een X- en een Y-chromosoom (XY)
• Soms worden ook meisjes geboren met XY-chromosomen en jongens met XX-chromosomen, dit zijn vormen van intersekse
• Chromosomen


  • Informatie is opgeslagen in stukjes DNA of delen van genen
  • De twee chromosomen van een paar bevatten informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen
  • De informatie op de twee chromosomen van een paar kan verschillend zijn
• Geslachtelijke voortplanting


  1. Kernen van eicel en zaadcel versmelten

  2. Geslachtscellen bevatten 23 chromosomen

  3. Bij meiose worden de chromosomen verdeeld over de dochtercellen (geslachtscellen)

  4. Bij bevruchting komen de 23 chromosomen van eicel en zaadcel samen in de kern van de bevruchte eicel
• Welk genotype de geslachtscellen hebben, is afhankelijk van het toeval
• De nakomeling heeft een andere combinatie van chromosomen dan de ouders en daardoor een ander genotype
• Het geslachtschromosoom in de eicel is altijd een X, in de zaadcel kan het een X of een Y zijn
• Bij bevruchting ontstaat een chromosomenpaar XX (meisje) of XY (jongen), soms ook intersekse