Biologie thema 4 hoofdstuk 1

    Cards (44)

    • Ecosysteem
      Evenwichtig systeem waar de biotische en abiotische factoren de bewoners van een biotoop beïnvloeden en ervoor zorgen dat ze zichzelf kan onderhouden
    • Habitat
      Leefplek van één bepaalde soort
    • Niche
      De manier waarop een soort omgaat met zijn omgeving en de rol/functie die hij daarbij opneemt
    • Samenstelling van de gehele levensgemeenschap zou min of meer constant moeten blijven
    • Ziektes, wijzigende omgeving, menselijke activiteit kunnen het evenwicht verstoren
    • Rode lijst
      Jaarlijks gepubliceerde lijst waarin de meest bedreigde soorten worden opgenomen
    • Beschermingsmaatregels zijn nodig voor bedreigde soorten
    • Producent
      Haalt de elementen O, C, H, N, P uit energiearme, anorganische stoffen en produceert energierijke, organische stoffen (zoals glucose)
    • Soorten consumenten
      • Herbivoren (planteneters)
      • Omnivoren (alleseter)
      • Carnivoren (vleeseter)
      • Detritivoren (afvaleters)
    • Voedselketen
      Aaneenschakeling van organismen, waarbij een organisme zich voedt met de vorige schakel
    • Voedselweb
      Sommige dieren eten meerdere organismen, waardoor voedselketens verbonden zijn tot een voedselweb
    • Ecologisch evenwicht
      Dynamisch evenwicht
    • Voedselpiramide/piramide van aantallen
      Kwantitatieve voorstelling van het aantal vertegenwoordigers per trofisch niveau
    • Piramide van biomassa
      Correctere weergave dan voedselpiramide, omdat biomassa daalt bij iedere overgang naar een hoger trofisch niveau
    • Overgang van ene voedselniveau naar het volgende gaat gepaard met een biomassaverlies van ± 90 %
    • Reducenten
      Breken organisch materiaal af met vorming van energie (voor reducenten) en eenvoudige anorganische verbindingen
    • 4 belangrijke materiekringlopen
      • Waterkringloop
      • Stikstofkringloop
      • Koolstofkringloop
      • Zuurstofkringloop
    • Stikstoffixatie
      N2 uit de lucht wordt omgezet tot NO3- of NH4+ door bliksem, bodembacteriën of wortelknolbacteriën
    • Stikstofassimilatie
      Planten kunnen NO3- en NH4+ opnemen en gebruiken voor de productie van plantaardige eiwitten
    • Stikstofdissimilatie
      Reducenten breken organisch materiaal af tot anorganische stoffen
    • Denitrificatie
      Nitraat wordt omgezet door bacteriën in N2 in de lucht bij te weinig zuurstof in de bodem
    • Micro-organismen
      • Spelen cruciale rol in continuïteit van materiekringlopen
      • Ruimen organisch materiaal op en maken het beschikbaar voor producenten
      • Verpakken N in vorm die bruikbaar is voor planten
      • Fixeren N uit de lucht
      • Hebben zelfreinigend vermogen water
    • Alle organismen hebben energie nodig om te overleven
    • Stikstofkringloop
      1. Stikstoffixatie
      2. Stikstofassimilatie
      3. Stikstofdissimilatie
      4. Denitrificatie
    • Reducenten
      Breken organisch materiaal af tot anorganische stoffen (stikstofdissimilatie)
    • Te weinig O2 in de bodem
      Nitraat wordt omgezet door bacteriën in N2 in de lucht (denitrificatie)
    • Micro-organismen
      • Spelen cruciale rol in continuïteit van materiekringlopen
      • Ruimen organisch materiaal op en maken het beschikbaar voor producenten
      • Fixeren N uit de lucht
      • Hebben zelfreinigend vermogen water
    • Natuurlijke waterzuiveringssystemen
      • Wortelstokken riet zijn de ideale voedingsbodem voor micro-organismen
      • Organisch materiaal zakt en wordt afgebroken tot anorganische stoffen
      • Riet neemt deze anorganische stoffen op
    • Mitochondriën
      Energiecentrales van onze cellen die energierijke organische stoffen verbranden (celademhaling)
    • Energie wordt aangeleverd door mitochondriën
    • Energie aanwezig in de biomassa van het ene voedselniveau (trofische niveau) stroomt gedeeltelijk door naar het volgende voedselniveau
    • Energie stroomt gedeeltelijk weg uit de voedselketen
    • Piramide van energie
      • Biomassa vertegenwoordigt een bepaalde hoeveelheid chemische energie
      • Overgang van ene voedselniveau naar het volgende gaat telkens gepaard met een energieverlies van ± 90 %
      • Producenten benutten slechts 1 % van de zonne-energie om vast te leggen in organische stoffen (=chemische energie)
    • Bij de overgang van het ene voedselniveau naar het andere gaat telkens een groot gedeelte van de chemische energie uit de biomassa verloren
    • Energieverlies heeft verschillende oorzaken: soms sterven organismen zonder dat ze worden opgegeten, dikwijls wordt slechts een deel van een organisme opgegeten, in de uitwerpselen zitten nog onverteerde stoffen, via celademhaling gebruiken organismen een deel van de energie, veel energie komt vrij als warmte
    • Energieverlies moet constant worden aangevuld, enkel dan kan ecosysteem overleven
    • Koolstofkringloop
      Koolstofassimilatie via fotosynthese, celademhaling door verbranding van organische stoffen, verbranding van fossiele brandstoffen
    • Biodiversiteit
      Verscheidenheid aan soorten
    • Gezond ecosysteem -> Biodiversiteit van groot belang
    • Meerdere soorten hebben dezelfde functie. Meer soorten -> Minder kwetsbaar
    See similar decks