Lange tijd beheersen de rijke landen de wereldeconomie, maar vanaf 1990 neemt de invloed van niet-westerse landen toe
Oorzaken van toenemende invloed niet-westerse landen
Mno's schuiven vooral hun maakindustrie naar lagelonenlanden
Goederentransport wordt goedkoper en sneller
Handelsgrenzen verdwijnen vooral onder druk van de WTO
Armere landen worden rijker en hun afzetmarkt groeit
Gevolgen van toenemende invloed niet-westerse landen
De globalisering versnelt
Het economisch zwaartepunt in de wereld verschuift (global shift)
Wellicht ontstaan er meerdere economische kerngebieden
Handelskolonialisme
Europese landen stichten handel koloniën in de 16e eeuw
Industrieel kolonialisme
De greep van de moederlanden op de koloniën neemt sterk toe in de periode 1800-1950
Dekolonisatie
Na WO II worden de koloniën zelfstandig
Economisch wereldbeeld na Koude Oorlog
Westerse landen
Communistische landen
Derde wereldlanden
Vrijemarkteconomie met vrijhandel
Krijgt ruim baan na afloop Koude Oorlog
Voordelen vrijhandel
Een land kan zich specialiseren
Mno's groeien omdat de hele wereld hun afzetmarkt is
Nadeel vrijhandel is de toename van de internationale concurrentie, vooral voor de (laagwaardige) industrie in de rijke landen
Interne oorzaken van verschillen in welvaart tussen landen
Natuur: goed klimaat, vlak en veel natuurlijke hulpbronnen
Ligging: kustligging i.p.v. binnenlandse ligging
Politiek systeem: goed bestuur, weinig corruptie, democratisch
Grote sociale ongelijkheid: dat vergroot de kans op sociale onrust
Externe oorzaken van verschillen in welvaart tussen landen
Koloniaal verleden: koloniën die vroeger vestigingskoloniën waren doen het nu veel beter dan de exploitatie koloniën
Rol in de wereldeconomie: gebieden in de (semi)periferie die voor mno's aantrekkelijk zijn profiteren van de globaliseren, waardoor de regionale ongelijkheid in die landen toeneemt
Nederland is sterk op het buitenland gericht met zijn 'open' economie en scoort hoog op de globaliseringsindex
Er zijn gebieden in Nederland die meedoen in de wereldeconomie (Randstad, Brainport Eindhoven), maar ook regio's die achterblijven, zoals Oost-Groningen
Brainport Eindhoven
Hoogopgeleide arbeidsmarkt, prima bereikbaarheid en elkaar ondersteunende bedrijven
Oost-Groningen
Krimpregio met dalende werkgelegenheid en vergrijzing, ondanks regionaal ontwikkelingsbeleid in het verleden
Gebied moet dringend op zoek naar een nieuwe economische basis
Regelmatig getroffen door aardbevingen als gevolg van de gaswinning