Farmacologische middelen die de stollingscascade beïnvloeden
1. Anticoagulantia
2. Thrombocytenaggregatie
3. Intoxicaties/vit. K
4. Hemostatica
5. Fibrinolytica
Heparinetoedienen
Parenteraal (dus niet oraal), niet intramusculair (kan hematomen veroorzaken)
Ongefractioneerde heparine
Lange keten, bindt en activeert AT3 (inactiveert stollingsfactoren 2, 9, 10, 11 en 12)
Farmacokinetiek ongefractioneerde heparine
Lage doseringen 1e orde kinetiek, hoge doseringen 0e orde kinetiek
Gefractioneerd heparine (LMWH's)
Beperkt effect, vooral op factor 10 via AT3, tragere eliminatie (1e orde kinetiek), voorspelbaarder
0e orde kinetiek vs 1e orde kinetiek
Bij 0e orde kan afbraak verzadigd worden, bij 1e orde neemt afbraak toe met hogere concentraties
Acetylsalicylzuur
Onomkeerbare remming van COX-1 en TXA2 synthese (antithrombotisch), gebruikt als 'bloedverdunner' in lage doseringen
Clopidogrel
Ingrijpen op bloedplaatjesaggregatie
Warfarine en modernere coumarines
Variabele halfwaardetijd, remming van vitamine K epoxide reductase (remming activatie stollingsfactoren 2, 7, 9 en 10)
Etamsylaat
Remming van prostacycline-synthase, bevordering van plaatjesaggregatie, activatie van P-selectine, toepassing bij chirurgische en traumatische bloedingen
Streptokinase en recombinant tissue activators
Activering van plasminogeen naar plasmine, alleen experimenteel in diergeneeskunde
Stimulatie van erytropoëse
Vitamine B12
Foliumzuur
Fe++-zouten/complexen
Androgene anabolica
EPO
Recombinant EPO of Darbopoetine, lichaam kan meer zuurstof krijgen, negatieve feedback: plots stoppen kan leiden tot anemie
Risico's bij teveel EPO-gebruik
Bloed viscositeit te hoog (gevaarlijk bij dehydratie)
Reductie van cerebrale bloedcirculatie (sudden death)
AL productie bij langdurig gebruik
COX-1
In alle weefsels, essentieel voor homeostase, beschermende werking op maagslijmvlies, thromboxaan gemedieerde plaatjesaggregatie
COX-2
Induceerbaar, verhoogde prostaglandine-synthese verantwoordelijk voor klinische symptomen bij ontsteking, PG-gemedieerde renale doorbloeding, remming door NSAIDS heeft anti-inflammatoire werking
COX-3
Temperatuur set-point, remming door paracetamol
Ontstekingsremmende doelstelling
Remming van COX-2 en sparen van COX-1
Cytostatica
Inductie van apoptose in sneldelende cellen, gebruik in oncologie en chronische ontstekingen
Glucocorticosteroïden
Worden in bijnier geproduceerd, dragen bij aan vet-, eiwit- en glucoseafbraak, hebben immuunmodulerend effect, werken intracellulair via receptoren
Mineraalcorticosteroïden
Effect op water- en elektrolythuishouding, vooral belangrijk voor bloeddruk
Indeling glucocorticosteroïden
Verschil tussen dexamethason en cortisol, dexamethason gebruikt bij acute reacties, prednison bij langdurig gebruik
Bijwerkingen glucocorticosteroïden
Immuunsuppressie
Diabetes mellitus en insulineresistentie
Spieratrofie
Vetafbraak en -redistributie
Natrium- en waterretentie
Ulceratie MDK
Vertraagde wondgenezing
NSAIDs
Specifiek voor COX-enzymen, gebruik bij ontstekingen, pijn en koorts, coxibs zijn heel selectief voor COX-2
Risico's en bijwerkingen NSAIDs
Gastro-intestinale ulceratie door remming COX-1
Nierpapilnecrose bij onderliggende nierproblemen of overdosering
Minder bijwerkingen bij langdurig gebruik van selectieve COX-2 remmers