BB HC14 Farmacologie van bloed en bloedvormende organen

Cards (27)

  • Stappen van hemostase
    • Primaire hemostase (thrombocyten belangrijk)
    • Secundaire hemostase (stollingsfactoren belangrijk)
  • Farmacologische middelen die de stollingscascade beïnvloeden
    1. Anticoagulantia
    2. Thrombocytenaggregatie
    3. Intoxicaties/vit. K
    4. Hemostatica
    5. Fibrinolytica
  • Heparinetoedienen

    Parenteraal (dus niet oraal), niet intramusculair (kan hematomen veroorzaken)
  • Ongefractioneerde heparine

    Lange keten, bindt en activeert AT3 (inactiveert stollingsfactoren 2, 9, 10, 11 en 12)
  • Farmacokinetiek ongefractioneerde heparine
    Lage doseringen 1e orde kinetiek, hoge doseringen 0e orde kinetiek
  • Gefractioneerd heparine (LMWH's)

    Beperkt effect, vooral op factor 10 via AT3, tragere eliminatie (1e orde kinetiek), voorspelbaarder
  • 0e orde kinetiek vs 1e orde kinetiek
    Bij 0e orde kan afbraak verzadigd worden, bij 1e orde neemt afbraak toe met hogere concentraties
  • Acetylsalicylzuur
    Onomkeerbare remming van COX-1 en TXA2 synthese (antithrombotisch), gebruikt als 'bloedverdunner' in lage doseringen
  • Clopidogrel
    Ingrijpen op bloedplaatjesaggregatie
  • Warfarine en modernere coumarines
    Variabele halfwaardetijd, remming van vitamine K epoxide reductase (remming activatie stollingsfactoren 2, 7, 9 en 10)
  • Etamsylaat
    Remming van prostacycline-synthase, bevordering van plaatjesaggregatie, activatie van P-selectine, toepassing bij chirurgische en traumatische bloedingen
  • Streptokinase en recombinant tissue activators
    Activering van plasminogeen naar plasmine, alleen experimenteel in diergeneeskunde
  • Stimulatie van erytropoëse
    • Vitamine B12
    • Foliumzuur
    • Fe++-zouten/complexen
    • Androgene anabolica
  • EPO
    Recombinant EPO of Darbopoetine, lichaam kan meer zuurstof krijgen, negatieve feedback: plots stoppen kan leiden tot anemie
  • Risico's bij teveel EPO-gebruik
    • Bloed viscositeit te hoog (gevaarlijk bij dehydratie)
    • Reductie van cerebrale bloedcirculatie (sudden death)
    • AL productie bij langdurig gebruik
  • COX-1
    In alle weefsels, essentieel voor homeostase, beschermende werking op maagslijmvlies, thromboxaan gemedieerde plaatjesaggregatie
  • COX-2
    Induceerbaar, verhoogde prostaglandine-synthese verantwoordelijk voor klinische symptomen bij ontsteking, PG-gemedieerde renale doorbloeding, remming door NSAIDS heeft anti-inflammatoire werking
  • COX-3
    Temperatuur set-point, remming door paracetamol
  • Ontstekingsremmende doelstelling
    Remming van COX-2 en sparen van COX-1
  • Cytostatica
    Inductie van apoptose in sneldelende cellen, gebruik in oncologie en chronische ontstekingen
  • Glucocorticosteroïden
    Worden in bijnier geproduceerd, dragen bij aan vet-, eiwit- en glucoseafbraak, hebben immuunmodulerend effect, werken intracellulair via receptoren
  • Mineraalcorticosteroïden
    Effect op water- en elektrolythuishouding, vooral belangrijk voor bloeddruk
  • Indeling glucocorticosteroïden
    • Verschil tussen dexamethason en cortisol, dexamethason gebruikt bij acute reacties, prednison bij langdurig gebruik
  • Bijwerkingen glucocorticosteroïden
    • Immuunsuppressie
    • Diabetes mellitus en insulineresistentie
    • Spieratrofie
    • Vetafbraak en -redistributie
    • Natrium- en waterretentie
    • Ulceratie MDK
    • Vertraagde wondgenezing
  • NSAIDs
    Specifiek voor COX-enzymen, gebruik bij ontstekingen, pijn en koorts, coxibs zijn heel selectief voor COX-2
  • Risico's en bijwerkingen NSAIDs
    • Gastro-intestinale ulceratie door remming COX-1
    • Nierpapilnecrose bij onderliggende nierproblemen of overdosering
    • Minder bijwerkingen bij langdurig gebruik van selectieve COX-2 remmers
    • Verhoogd bloedingsrisico
    • Cardiovasculaire risico's
  • Andere naam voor aspirine?
    Acetylsalicylzuur