Kustgebied: Mangroven en tropisch regenwoud, met plantages voor cacao en tabak.
Midden van Nigeria: Savanne met graangewassen, yams en cassave.
Noorden: Steppe, beperkt geschikt voor landbouw, maar met veeteelt en ‘wonderbomen’ (gao's) die akkerbouw mogelijk maken.
Klimaat: December en januari zijn de droogste maanden door aflandige wind.
Bevolking: 203 miljoen mensen, grootste van Afrika.
Bevolkingsspreiding: Zuiden dichtbevolkt en rijk, veel industrie, dienstensector, landbouwproducten en aardolie. Noordelijker, minder bevolkt en armer, behalve steden als Abuja en Kano.
Multiculturele samenleving: 250 bevolkingsgroepen, 500 talen, met pidgin Engels als gemeenschappelijke taal.