aardrijkskunde

Subdecks (3)

Cards (45)

  • Kustgebied: Mangroven en tropisch regenwoud, met plantages voor cacao en tabak.
  • Midden van Nigeria: Savanne met graangewassen, yams en cassave.
  • Noorden: Steppe, beperkt geschikt voor landbouw, maar met veeteelt en ‘wonderbomen’ (gao's) die akkerbouw mogelijk maken.
  • Klimaat: December en januari zijn de droogste maanden door aflandige wind.
  • Bevolking: 203 miljoen mensen, grootste van Afrika.
  • Bevolkingsspreiding: Zuiden dichtbevolkt en rijk, veel industrie, dienstensector, landbouwproducten en aardolie. Noordelijker, minder bevolkt en armer, behalve steden als Abuja en Kano.
  • Multiculturele samenleving: 250 bevolkingsgroepen, 500 talen, met pidgin Engels als gemeenschappelijke taal.
  • Religie: Noorden moslims, zuiden christenen, midden traditionele godsdiensten.
  • Bestuur: Verdeeld in deelstaten met veel zelfbestuur om culturele verschillen te accommoderen.
  • Conflicten:
    • Machtstrijd binnen deelstaten.
    • Strijd om natuurlijke hulpbronnen (bijv. olie, landbouwgrond).
    • Religieuze conflicten (moslims vs. christenen).
    • Ongelijkheid in welvaart leidt tot onvrede en onrust.