Bouwstoffen zijn nodig voor groei en ontwikkeling van je lichaam en voor herstel bij verwondingen en beschadigingen
Brandstoffen leveren energie. In elke cel van je lichaam vindt verbranding plaats. Voor deze verbranding zijn brandstoffen nodig. Alle organen in je lichaam hebben energie nodig om te kunnen werken
Reservestoffen zijn niet direct nodig als bouwstof of brandstof. Ze worden opgeslagen in je lichaam.
Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je niet ziek wordt.
Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel
Voedingsstoffen kunnen vier functies vervullen in je lichaam:• brandstof• bouwstof• reservestof• beschermende stof
Alle producten die je eet en drinkt, noem je voedingsmiddelen. Voedingsmiddelen kunnen plantaardig of dierlijk zijn. Plantaardige voedingsmiddelen zijn afkomstig van planten of gemaakt van planten.Dierlijke voedingsmiddelen zijn afkomstig van dieren of van producten van dieren
Er zijn zes groepen voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen. Je hebt alle groepen voedingsstoffen nodig om gezond te blijven. Vooral een tekort aan mineralen en vitaminen kan ziekte veroorzaken. Mineralen en vitaminen zijn beschermende stoffen.
Tot de koolhydraten behoren onder andere suikers (waaronder glucose), zetmeel en glycogeen. Ook voedingsvezels zijn koolhydraten. Je lichaam gebruikt koolhydraten vooral als brandstof, maar ze kunnen ook dienen als bouwstof. Als je meer koolhydraten binnenkrijgt dan je nodig hebt, worden ze omgezet in vet en opgeslagen als reservestof.
Vetten dienen vooral als brandstof, maar worden ook gebruikt als bouwstof en als reservestof. Je voedsel hoeft niet veel vet te bevatten. Als je meer vet binnenkrijgt dan je nodig hebt, wordt het als reservestof opgeslagen
Je lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water. Water is dan ook een belangrijke bouwstof voor je lichaam. Ook andere organismen bestaan voor het grootste deel uit water. Water is nodig voor het vervoer van stoffen in je lichaam. De meeste stoffen kunnen alleen goed door je lichaam worden vervoerd als ze zijn opgelost in water.
Vitaminen dienen ook als bouwstof en beschermende stof. Als je te weinig vitaminen binnenkrijgt, word je ziek. Maar ook als je te veel vitaminen binnenkrijgt, kun je ziek worden. Als je normaal en gezond eet, krijg je voldoende vitaminen binnen. Het is dan niet nodig om vitaminepillen te gebruiken.
voedingsvezel
onverteerbare stof in plantaardig voedsel die nodig is voor een goede darmwerking
Het verteringsstelsel bestaat voor het grootste deel uit een (lang) kanaal van de mond tot de anus: het darmkanaal.
vertering
het afbreken van grotere voedingsstoffen tot kleinere verteringproducten die in het bloed kunnen worden opgenomen
verteringsproduct
voedingsstof die door de darmwand in het bloed kan worden opgenomen
snijtand
tand waarmee stukken van voedsel wordt afgebeten, en die bij de mens minder puntig is dan een hoektand
hoektand
tand waarmee stukken van voedsel wordt afgebeten, en die bij de mens iets puntiger is dan een snijtand
kies
tand waarmee voedsel wordt fijngemalen
mechanische vertering
voedsel in kleine stukjes kauwen
verteringssap
sap dat voedsel afbreekt in kleinere stukjes
verteringsklier
klier dat verteringssap aanmaakt
chemische vertering
vorm van vertering waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen door middel van scheikundige reacties
enzym
stof die een scheikundig proces versnelt
De verteringsklieren bij de mens zijn:• de speekselklieren• de maagsapklieren• de lever• de alvleesklier• de darmsapklieren
kringspieren (in de darmwand)
spieren in de darmwand die, samen met de lengtespieren, ervoor zorgen dat de voedselbrij wordt voortgeduwd, gekneed en vermengd met verteringssappen
lengtespieren (in de darmwand)
spieren in de darmwand die, samen met de kringspieren, ervoor zorgen dat de voedselbrij wordt voortgeduwd, gekneed en vermengd met verteringssappen
darmperistaltiek (peristaltische beweging)
het afwisselend samentrekken en ontspannen van kringspieren en lengtespieren in de wand van het darmkanaal
speeksel
verteringssap dat bestaat uit water, slijm en een enzym
slokdarm
orgaan dat voedsel verplaatst van de keelholte naar de maag
maag
orgaan dat voedsel tijdelijk opslaat
maagsapklier
klier in de maagwand die maagsap produceert
maagsap
verteringssap dat bestaat uit water, zoutzuur en een enzym
maagportier
kringspier die de uitgang van de maag af kan sluiten
twaalfvingerige darm
orgaan dat voedselbrij vermengt met gal en alvleessap
lever
orgaan dat gal produceert
gal
verteringssap dat grote vetdruppels in kleinere druppeltjes verdeelt
galblaas
orgaan dat dient als tijdelijke opslagplaats voor gal
galbuis
buis waardoor gal van de galblaas naar de twaalfvingerige darm wordt vervoerd
emulgeren
het verdelen van grote vetdruppels in kleinere vetdruppels