ZL respiratie

Cards (373)

  • Respiratiestelsel
    De belangrijkste functie is het waarborgen van voldoende gasuitwisseling (zuurstof opname en koolstofdioxide afgifte) om aan de eisen van de metabole processen elders in het lichaam te voldoen
  • Verminderde ventilatie en diffusie
    1. Obstructies van de voorste luchtwegen
    2. Ruimte-innemende processen in de borstholte
  • Dyspneu
    Het klinische gevolg van een discrepantie tussen de door het medullaire ademhalingscentrum gewenste ventilatieniveau en de beperkte capaciteit van het ademhalingsapparaat (dus benauwdheid of het gevoel niet genoeg lucht binnen te krijgen)
  • Atelectase
    Afwezige of gebrekkige ontplooiing van de alveoli, waardoor het longweefsel weinig of niet luchthoudend is
  • Liquothorax
    Vloeistof in de pleurale holte
  • Pneumothorax
    Lucht in de pleurale holte
  • Emfyseem
    Een toestand waarin de longen sterker uitgerekt zijn dan normaal terwijl de interne microstructuur ervan, in de vorm van de longblaasjes en de fijne tussenschotjes daartussen, deels verloren is gegaan zonder dat er duidelijke longfibrose is opgetreden. Emfyseem is onomkeerbaar en neigt tot verergering
  • Mechanica van de ademhaling
    1. Statische kracht: Kracht die nodig is om de longen en thorax te vervormen (toename in volume) tegen de elasticiteit en stugheid van het weefsel in
    2. Dynamische kracht: Kracht om de luchtwegweerstand te overwinnen gedurende de instroom of uitstroom van gas
  • Compliantie
    De relatie tussen het volume en de opgewekte negatieve druk: CL = DVL / DPL
  • Equal pressure point (EPP)

    De lokalisatie in de luchtwegen waarbij de extraluminale druk gelijk is aan de intraluminale druk
  • Airtrapping
    De achtergebleven lucht uit niet aangedane bronchi kan in naastgelegen bronchi achter de vernauwing/obstructie geïnhaleerd worden
  • Restrictieve aandoeningen
    Bemoeilijken diepe ademhalingen, waarbij grote statische krachten gevraagd worden
  • Obstructieve aandoeningen
    Hinderen de luchtstroom, waardoor de dynamische krachten toenemen
  • Tonische release van acetylcholine
    Via muscarinereceptoren (M3) op de gladde spiercellen vindt er een stijging plaats van intracellulair calcium, die resulteert in bronchoconstrictie en mucussecretie
  • b2-receptoren
    Gestimuleerd door catecholamines (adrenaline en noradrenaline), wat leidt tot verhoging van intracellulaire cAMP en relaxatie van de gladde spiercellen
  • Andere receptoren
    • Irritatiereceptoren
    • C-receptoren
    • Rek- of strekreceptoren
  • Stoffen die bronchoconstrictie veroorzaken
    • Histamine
    • Serotonine
    • Substance-P
    • CGRP
    • PAF
    • Prostaglandinen
  • Longcirculatie
    Vaatbed met hoge volumecapaciteit en lage weerstand (lage druk circuit)
  • Vasoconstrictie door hypoxie
    Belangrijke factor in de regionale afstemming van de perfusie op de ventilatie
  • Longoedeem
    Zeer levensbedreigend, want de diffusiecapaciteit voor zuurstof is sterk afgenomen
  • Anatomie van het respiratieapparaat van vogels wijkt in vele opzichten af van die bij zoogdieren
  • Bronchiën
    Deel van de luchtwegen waar de spierlaag zich circulair uitbreidt, terwijl de hoeveelheid kraakbeen afneemt en in losse eilandjes komt te liggen
  • Bronchioli
    Voortzetting van bronchi, bevatten geen kraakbeen meer en hebben een circulaire spierlaag en eenlagig kubisch epitheel, dat voornamelijk bestaat uit trilhaarcellen en clara-cellen
  • Alveoli
    Longblaasjes, waar de gaswisseling met het bloed plaatsvindt
  • De anatomie van het respiratieapparaat van vogels wijkt in vele opzichten af van die bij zoogdieren
  • Ademhaling bij vogels
    • Vogels hebben geen diafragma en daarom geen negatieve thoraxdruk, de ademhaling wordt daardoor voornamelijk gereguleerd door het in- en uitzetten van de thorax
    • Het te stevig omklemmen van de thorax kan er daardoor toe leiden dat een vogel stikt
  • Ademhaling bij vogels
    1. Lucht wordt vanuit de trachea via een systeem van primaire en secundaire bronchi vervoerd naar de longen en luchtzakken, waarbij ongeveer de helft naar de longen gaat en de andere helft doorstroomt naar de caudale luchtzakken
    2. In de daaropvolgende uitademing verplaatst de lucht uit de caudale luchtzakken zich naar de longen en wordt de lucht die in de craniale luchtzakken aanwezig is naar buiten gebracht
    3. Er zijn dus twee ademteugen nodig voordat de lucht de gehele respiratietractus doorlopen heeft
  • Hoewel het ademhalingssysteem van vogels in eerste instantie inefficiënt lijkt, is dit systeem in feite efficiënter dan bij zoogdieren, doordat er zowel tijdens de in- als uitademing verse lucht en gaswisseling in de longen plaatsvindt
  • Mucosa
    Slijmvlies van de luchtwegen, bevat mucus (slijm) dat een beschermende, onder andere bactericide werking heeft en veel partikeltjes uit de ingeademde lucht wegvangt
  • BALT
    Bronchial associated lymphoid tissue, vormt een verdediging van de luchtwegen
  • Reactiepatronen bij binnenkomen van agens
    • Degeneratie en necrose van het epitheel
    • Catarrale ontsteking
    • (Muco)purulente ontsteking
    • Fibrinonecrotische ontsteking
    • Chronische ontsteking
    • Overgevoeligheidsreactie type I op bronchiaal en bronchiolair niveau
  • Ontstekingen van de luchtwegen
    • Rhinitis: ontsteking van de neus
    • Tracheïtis: ontsteking van de trachea
    • Bronchitis: ontsteking van de bronchiën
    • Bronchiolitis: ontsteking van de bronchioli
    • Syringitis (alleen bij vogels): ontsteking van de syrinx
    • Airsacculitis (alleen bij vogel en paard): ontsteking van de luchtzak(ken)
  • Bij bronchi(oli)tis is vaak onder de pleura en op sneevlakte een bronchiale tekening te zien, ook wel sterretjes- en klaverbladtekeningen genoemd
  • Vogels hebben geen bronchiale boom, dus vertonen ze deze bronchiale tekening niet
  • Reactiepatronen op respiratoir niveau (alveoli)

    • De alveolaire macrofaag en de reactie op inerte vaste stoffen
    • Alteratie van het alveolaire epitheel
    • Longoedeem
    • Hyaliene membraanvorming
  • Classificatie van pneumonieën op basis van locatie
    • Bronchopneumonie
    • Interstitiële pneumonie
    • Embolische en granulomateuze pneumonie
  • Specifieke reactiepatronen bij vogels
    • Alle lucht gaat eerst naar de caudale luchtzakken, dit is dan ook vaak het eerste deel dat wordt aangetast
    • Rond de doorgangen van de 'perforaties' (= toegang tot de gasuitwisselingscapillairen) ligt een vangnet van cellen van het monocyt-fagocytair systeem (MFS), dit wordt actief als de aerogene noxen verder de long binnendringen
  • Brachycephalic obstructive syndrome (BOS)

    Anatomische aangeboren abnormaliteiten van de kop bij honden en katten, waarbij de weke delen van de kop niet proportioneel gereduceerd zijn en in overmaat aanwezig
  • Verschijnselen van BOS
    • Milde tot ernstige dyspneu
    • Verminderd uithoudingsvermogen
    • Stridor
    • Mondademhaling
    • Kokhalzen
    • Rusteloze slaap
    • Cyanose
    • Collaps
  • Trauma en neusbloedingen
    Kunnen veroorzaakt worden door buitenaf (botsen, vallen en vechten) of van binnenuit (corpus alienum of neussonde), resulterend in ulcera, tumoren, aspergillose, hemorragische diathese