Save
Spaans boek
H 3
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Myra
Visit profile
Cards (162)
¿Quién es éste
?
Wie is dit
?
el tío
/
la tía
de oom
/
de tante
el
/
la sobrino
/
a
de neef
/
nicht
(kind van broer/zus)
el
/
la primo
/
a
De neef
/
nicht
(kind van oom/tante)
te llavas bien con
kun je het goed vinden met
los altibajos
de ups en downs
en realidad
zeker, zonder twijfel
yo quisiera
ik zou graag willen
el comedor
de eetkamer
la ventana
het raam
la mesa
de tafel
bajo
/
a
klein
(
lichaamslengte
)
moreno
/
a
donker
(
haar
)
la comida
het eten (de lunch)
listo
/
a
klaar
el rey
de koning
la reina
de koningin
los reyes
de koningen
/
het koningspaar
su Majestad
Zijne Majesteit
tercer(o/a)
derde
recibió
hij
/
zij ontving
reinar
(
als koning
)
heersen
paterno/a
van vaderskant
el bisabuelo
de overgrootvader
el padrino
de peetvader
su Alteza
Zijne/Hare hoogheid
el conde
de graaf
mi
mijn
tu
jouw
su
zijn/haar/uw/hun
nuestro
ons, onze
vuestro
jullie
el mío
/
la mía
de
/
het mijne
el tuyo
/
la tuya
de
/
het jouwe
el suyo
/
la suya
de
/
het zijne
/
hare
el bebé
de baby
los gemelos
de tweeling
(eeneiig)
los mellizos
de tweeling
(twee eiig)
el
/
la cuñado
/
a
de zwager
/
schoonzus
el yerno
de schoonzoon
See all 162 cards