engels periode 4💞

Cards (94)

  • to amplify

    versterken
  • influential

    invloedrijk
  • apparently

    schijnbaar
  • to assume

    ervan uitgaan
  • to decline

    afslaan
  • dedication

    toewijding
  • mighty

    machtig
  • preference

    voorkeur
  • availability

    beschikbaarheid
  • to consider

    beschouwen als
  • cautious

    voorzichtig
  • considerate

    attent
  • currently

    op dit moment
  • obnoxious

    onaangenaam
  • sincerity

    oprechtheid
  • to extend

    (zich) uitstrekken
  • to occur

    gebeuren; (zich) voordoen
  • severe

    zwaar; emslig
  • innocence

    onschuld
  • to be required

    noodzakelijk zijn
  • to obtain

    behalen; (ver)krijgen
  • to trigger

    veroorzaken; in gang zetten
  • acquaintance

    kennis
  • to disperse

    verspreiden
  • perseverance

    doorzettingsvermogen
  • to occur

    gebeuren; (2) voordoen
  • severe

    zwaar; emstig
  • to require

    vereisen
  • reliable

    betrouwbaar
  • to sacrifice

    moedig
  • to admit

    erkennen
  • concede

    vergelijken
  • remarkable

    merkwaardig
  • collaboration

    samenwerking
  • intent

    bedoeling
  • self-deprecating

    zelfspottend
  • to reassure

    ruststellen
  • to compare

    vergelijken
  • to state

    verklaren
  • to attend

    gaan naar, bijwonen