Save
...
Deel 1: Terminologie en osteologie
2 Osteologie
De schedel
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Gitte Vangeluwe
Visit profile
Cards (24)
Neurocranium
= hersenschedel
Splanchnocranium
= aangezichtsschedel
Maxilla
= bovenkaaksbeen
Mandibula
= onderkaak
Os
hyoideus
= tongbeen
Suturae
= naden of smalle bindweefselstroken
Fontanellen
= openingen
Dolichocefale
= langsnuitigen
Brachycefale
= kortsnuitigen
Mesocefale
= normale schedelverhoudingen
Brachygnathia inferior
: te korte onderkaak, overbijter of varkensbek
Brachygnathia superior
: te korte bovenkaak, onderbijger of snoeksbek
Ethmoid
= zeefbeen
Fossa temporalis
= slaapgroeve
Orbita
= oogkas
Arcus
zygomaticus
= jukboog
Planum nuchale
= Nekvlakte
(dorsale deel van de achterhoofdsvlakte)
Foramen magnum
= achterhoofdsopening
(Ventraal deel van de achterhoofdsvlakte)
Condyli occipitales
= achterhoofdsknobbels
Neusseptum
= neustussenschot
Nares
= natuurlijke neusopeningen
Conchae
= neusschelpen
Choanae
= achterste neusopening
Palatum dumum = harde gehemelte